ECLI:NL:CBB:2003:AF4792
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Tijdigheid van bezwaarschrift tegen concessieverlening openbaar vervoer
In deze zaak gaat het om de tijdigheid van een bezwaarschrift dat is ingediend door Hermes Groep N.V. tegen een besluit van Gedeputeerde Staten van Gelderland. Op 23 april 2002 verleende Gedeputeerde Staten een concessie aan Arriva Personenvervoer Nederland N.V. voor het uitvoeren van openbaar vervoer in Rivierenland, met ingang van 1 januari 2003. Hermes maakte bezwaar tegen dit besluit, maar Gedeputeerde Staten verklaarden het bezwaar niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de bezwaartermijn. Hermes stelde beroep in bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, waarbij de vraag centraal stond of het bezwaarschrift tijdig was ingediend.
De Kamer oordeelde dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken bedraagt en begint de dag na de bekendmaking van het besluit. De bekendmaking vond plaats op 2 mei 2002, waardoor de termijn eindigde op 13 juni 2002. Hermes diende haar bezwaarschrift echter pas op 27 juni 2002 in, wat twee weken na de deadline was. Hermes voerde aan dat zij door onjuiste informatie van Gedeputeerde Staten in verwarring was gebracht over de termijn.
De Kamer concludeerde dat Gedeputeerde Staten niet zorgvuldig hadden gehandeld door de bekendmaking van de concessieverlening niet op de juiste wijze te doen. De Kamer oordeelde dat Hermes mocht vertrouwen op de informatie die zij had ontvangen en dat de termijnoverschrijding niet aan haar kon worden toegerekend. Het College verklaarde het beroep van Hermes gegrond en vernietigde het besluit van Gedeputeerde Staten, met de opdracht om opnieuw te beslissen op het bezwaarschrift van Hermes. Tevens werd bepaald dat de provincie Gelderland het griffierecht aan Hermes moest vergoeden.