ECLI:NL:CBB:2003:AF6916
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- R. Meijer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag premie voor het aanhouden van runderen in het kader van de Regeling dierlijke EG-premies
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 maart 2003 uitspraak gedaan over de afwijzing van een aanvraag voor premie in het kader van de Regeling dierlijke EG-premies door appellante, een maatschap die een biologisch melkveebedrijf exploiteert. De aanvraag betrof zes ossen, waarvoor appellante op 31 augustus 2000 een premie had aangevraagd. De aanvraag werd afgewezen omdat appellante de ossen had verplaatst van haar productie-eenheid in N naar een andere eenheid in F zonder voorafgaand een verplaatsingsverklaring in te dienen bij LASER, zoals vereist door de Regeling.
De procedure begon op 25 januari 2002 met de indiening van het beroepschrift tegen het besluit van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, dat het bezwaar van appellante tegen de afwijzing van haar aanvraag ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 7 februari 2003 heeft appellante haar standpunt toegelicht, waarbij zij aanvoerde dat de twee productie-eenheden feitelijk één bedrijf vormen, ondanks dat ze verschillende UBN-nummers hebben. Het College heeft echter geoordeeld dat de afstand tussen de twee eenheden en het feit dat ze elk een eigen UBN-nummer hebben, betekent dat er sprake is van meer dan één agrarische vestigingsplaats.
Het College heeft vastgesteld dat appellante niet heeft voldaan aan de meldingsplicht zoals vastgelegd in de Regeling, en dat dit voldoende grond vormt voor de afwijzing van de aanvraag. De omstandigheid dat de verplaatsing mogelijk het gevolg was van een fout, doet hieraan niet af. Het College heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van naleving van de meldingsplicht in het kader van de Regeling dierlijke EG-premies.