ECLI:NL:CBB:2003:AF9575
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- C.M. Wolters
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag dierlijke EG-premies en beoordeling van veebezettingsruimte
In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, verweerder, inzake de afwijzing van zijn aanvraag voor premie op basis van de Regeling dierlijke EG-premies. De aanvraag was ingediend op 1 augustus 2000, maar werd afgewezen op 11 mei 2001 omdat appellant niet voldeed aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de premie. Verweerder stelde dat appellant niet beschikte over voldoende veebezettingsruimte, zoals vereist door artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1254/99. Appellant had bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar verweerder verklaarde het bezwaar ongegrond.
Tijdens de zitting op 2 april 2003 heeft appellant betoogd dat het voederareaal onjuist was vastgesteld en dat hij niet op de hoogte was van de verplichting om dit op te geven. Het College heeft echter vastgesteld dat appellant de Aanvraag oppervlakten 2000 niet tijdig had ingediend en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die dit zouden rechtvaardigen. Het College oordeelde dat het de verantwoordelijkheid van de producent is om op de hoogte te zijn van de geldende regelgeving en om tijdig de vereiste aanvragen in te dienen.
Het College concludeerde dat verweerder terecht had vastgesteld dat appellant geen voederareaal had opgegeven en dat hij derhalve niet in aanmerking kwam voor de gevraagde premie. De aanvraag werd afgewezen en het beroep van appellant werd ongegrond verklaard. Het College achtte geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.