ECLI:NL:CBB:2003:AG0151
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen heffing op grond van de Heffingsverordening preventie runderziekten PVV 2001
Op 7 mei 2002 ontving het College van Beroep voor het bedrijfsleven een beroepschrift van appellant, Fa G & P Roos, tegen een besluit van verweerder, het Productschap Vee en Vlees, dat op 26 maart 2002 was genomen. Dit besluit betrof een heffing die aan appellant was opgelegd op basis van de Heffingsverordening preventie runderziekten PVV 2001. De heffing was vastgesteld op f 352,62 (€ 160,01) en was gebaseerd op het aantal runderen dat appellant hield. Appellant had bezwaar gemaakt tegen deze heffing, maar verweerder verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk voor zover het zich richtte tegen de hoogte van de heffing, omdat deze was vastgesteld in een algemeen verbindend voorschrift.
Tijdens de zitting op 11 april 2003 werden de standpunten van beide partijen toegelicht. Appellant voerde aan dat de heffing te hoog was en dat hij geen nut ondervond van de door verweerder verrichte activiteiten. Verweerder stelde dat de heffing noodzakelijk was voor de financiering van collectieve activiteiten in de sector en dat de hoogte van de heffing was vastgesteld door het bestuur van verweerder, waarin diverse organisaties uit de rundveehouderij waren vertegenwoordigd.
Het College oordeelde dat de bezwaren van appellant zich richtten tegen de opgelegde heffing en niet tegen de Heffingsverordening zelf. Het College verklaarde het beroep ongegrond, omdat appellant niet had aangetoond dat de grondslagen voor de heffing onjuist waren vastgesteld. De beslissing van verweerder om het bezwaar gedeeltelijk niet-ontvankelijk te verklaren werd als onjuist beoordeeld, maar het College oordeelde dat appellant hierdoor niet in zijn processuele belangen was geschaad. De uitspraak werd gedaan door mr. W.E. Doolaard, in tegenwoordigheid van mr. R. Meijer als griffier, op 23 mei 2003.