3. Het bestreden besluit
Het bestreden besluit houdt onder meer het volgende in.
" Ingevolge artikel 4, eerste lid, onder aanhef, van de Regeling dient, om in aanmerking te komen voor steunverlening op grond van de Regeling, elk perceel afzonderlijk te voldoen aan de definitie akkerland zoals opgenomen in artikel 1, onder l, van de Regeling.
Om te bepalen of percelen gedurende de referentieperiode 1987 - 1991 voldoen aan de definitie akkerland hanteert LASER satellietfoto's. Door middel van satellietfoto's en de interpretatie daarvan door Georas, is gebleken dat het perceel met volgnummer 2, in de referentieperiode 1987 tot en met 1991 met gras beteeld is geweest. Georas is het bedrijf dat voor LASER onder andere de controles uitoefent op het al dan niet voldoen van percelen aan de definitie akkerland.
Om satellietfoto's te weerleggen is bewijs op perceelsniveau een vereiste. Ten aanzien van het perceel met volgnummer 2 met een aangevraagde oppervlakte van 4,57 ha. dient u aan te tonen dat dit in één van de jaren 1987 tot en met 1991 is gebruikt voor de teelt van een of meer akker- en/of tuinbouwgewassen, en derhalve voldoet aan de definitie akkerland uit artikel 1, onder l, van de Regeling.
U heeft geen bewijsmateriaal overgelegd waaruit blijkt dat het betreffende perceel in de referentiejaren één jaar daadwerkelijk met een akkerbouwgewas beteeld is geweest.
U stelt dat uw bedrijf betrokken is geweest bij de ruilverkaveling D.
U beroept zich hiermee op artikel 4, tweede lid (oud), van de Regeling. Om een succesvol beroep op voornoemd artikel te kunnen doen, moet komen vast te staan dat er van overheidswege een ruilverkaveling heeft plaats gevonden na 31 december 1991. Vervolgens moet aangetoond worden welke percelen u bij de ruilverkaveling heeft ingeleverd en welke percelen u daarvoor heeft terug gekregen. Voorts moet komen vast te staan dat de ingeleverde percelen voldoen aan de definitie akkerland. Indien aangetoond is dat de ingeleverde percelen aan de definitie akkerland voldoen, kan er vervolgens geschoven worden met de definitie naar die percelen die u bij de ruilverkaveling toebedeeld heeft gekregen en die niet voldoen aan de definitie akkerland.
Bij de indiening van uw beroepschrift heeft u aanvullende gegevens overgelegd. Op grond van deze stukken is het mij aannemelijk geworden dat de ruilverkaveling Yerseke Moer officieel eerst na 31 december 1991 is afgerond.
Middels de bescheiden van het Bureau Beheer Landbouwgronden kan vervolgens afgeleid worden welke percelen u bij de ruilverkaveling heeft ingeleverd en welke percelen u toebedeeld heeft gekregen. Niet is echter aangetoond dat de ingeleverde percelen tijdens de referentieperiode met een akkerbouw- of een tuinbouwgewas beteeld zijn geweest, zoals gesteld in artikel 1, onder l, van de Regeling. Gelet op het voorgaande kunt u mitsdien geen succesvol beroep doen op artikel 4, tweede lid (oud), van de Regeling.
Hiermee heeft u ten aanzien van perceel met volgnummer 2 niet voldaan aan artikel 1, onder l, van de Regeling.
Hoewel u, gelet op het bovenstaande, niet heeft aangetoond dat perceel met volgnummer 2 aan de definitie akkerland voldoet, is er gelet op de uitspraak van het College van beroep voor het bedrijfsleven van 27 december 2001, AWB 00/500 en 00/501, niettemin aanleiding om de aan u opgelegde sanctie te herroepen aangezien u bij uw aanvraag oppervlakten 2000 bent uitgegaan van informatie, die door LASER erkend was blijkens de beslissing op uw aanvraag oppervlakten 1999. In uw situatie resteert dientengevolge een aangevraagde oppervlakte van 8,61 ha. snijmaïs, gelegen in productieregio 1. De geconstateerde oppervlakte (de oppervlakte waarbij aan alle voorwaarden is voldaan) bedraagt 8,61 ha.
U heeft dientengevolge recht op een bijdrage van € 3364,28.
Ik merk nadrukkelijk op dat perceel met volgnummer 2 niet voldoet aan het gestelde in artikel 1, onder l, van de Regeling. U dient bij het indienen van (eventuele) aanvragen in volgende verkoopseizoenen hiermee rekening te houden."
Ter zitting is namens verweerder nader het standpunt ingenomen, dat de ruilverkaveling toch voor 31 december 1991 was afgerond. Voorts heeft verweerder erkend, dat een gedeelte van perceel 2, groot 0,24 ha, aan de definitie van akkerland voldoet.