ECLI:NL:CBB:2003:AL8146
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Rutten-Roos
- A.J. Coster RA
- G. van Essen RA
- H.C. Cusell
- M.A. van der Ham
- J.W.M. Tijnagel
- Rechtspraak.nl
Tuchtprocedure tegen registeraccountant wegens schending van zorgvuldigheidsnorm en eer van de stand
In deze zaak gaat het om een tuchtprocedure tegen registeraccountant Q, die door de Raad van Tucht te Amsterdam is aangespannen naar aanleiding van een klacht van T. De klacht, ingediend op 18 september 2001, betrof de wijze waarop Q zich had uitgelaten over het handelen van C, een collega-accountant. De Raad van Tucht heeft op 24 juni 2002 een beslissing genomen, waarbij de klacht gedeeltelijk gegrond werd verklaard en Q een schriftelijke waarschuwing werd opgelegd. Q heeft hiertegen beroep aangetekend bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven.
Tijdens de zitting op 17 juni 2003 heeft het College de argumenten van beide partijen gehoord. T stelde dat Q zich in zijn rapport van 25 juni 2001 onterecht negatief had uitgelaten over C, zonder deze de kans te geven om te reageren, wat in strijd zou zijn met het beginsel van hoor en wederhoor. Q verdedigde zich door te stellen dat zijn kritiek zakelijk was en gebaseerd op een deugdelijke grondslag.
Het College heeft geoordeeld dat de Raad van Tucht ten onrechte klachtonderdeel III gegrond heeft verklaard. Het College oordeelde dat Q zich weliswaar kritisch had uitgelaten, maar dat deze kritiek niet tuchtrechtelijk verwijtbaar was, omdat hij zich aan de zorgvuldigheidsnorm had gehouden. Het College heeft het beroep van Q gegrond verklaard, de bestreden tuchtbeslissing vernietigd en het klachtonderdeel ongegrond verklaard. De beslissing van het College is op 26 augustus 2003 openbaar uitgesproken.