ECLI:NL:CBB:2003:AN8430
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- D. Roemers
- C.M. Wolters
- M.J. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen schadevergoeding en wettelijke rente door appellant tegen Minister van Natuurbeheer, Landbouw en Voedselkwaliteit
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 8 oktober 2003 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellant A en de Minister van Natuurbeheer, Landbouw en Voedselkwaliteit. Appellant had op 3 juni 2002 een beroepschrift ingediend tegen een besluit van verweerder van 26 april 2002, waarin opnieuw werd beslist op het bezwaar van appellant tegen de berekening van schadevergoeding. De zaak betreft de toekenning van wettelijke rente over een schadevergoeding die eerder was vastgesteld. In een eerdere uitspraak van 20 februari 2002 had het College al bepaald dat appellant recht had op een schadevergoeding van € 191.427,54 en wettelijke rente van € 83.625,28. De Minister had echter in een later besluit van 24 september 2001 gesteld dat er geen wettelijke rente verschuldigd was over de periode van 1 september tot 22 december 1999, wat door appellant werd betwist.
Tijdens de zitting op 6 augustus 2003 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Appellant stelde dat de berekening van de wettelijke rente niet correct was en dat er een rekenfout was gemaakt. Het College oordeelde dat de Minister ten onrechte buiten de grenzen van de eerdere uitspraak was getreden door een nieuw besluit te nemen dat de eerder toegekende bedragen in twijfel trok. Het College heeft vastgesteld dat het besluit van 26 april 2002 niet als een beslissing op bezwaar kon worden aangemerkt, maar als een nieuwe primaire beslissing. Dit leidde tot de conclusie dat het beroepschrift van appellant door verweerder als een bezwaarschrift tegen het besluit van 26 april 2002 moest worden behandeld.
Het College heeft besloten dat appellant recht heeft op vergoeding van het door hem betaalde griffierecht en heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van de procedure. De uitspraak benadrukt het belang van het volgen van eerdere uitspraken en het niet onterecht wijzigen van toegekende bedragen zonder de juiste procedure te volgen.