ECLI:NL:CBB:2003:AO1012
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Weigering van taxivergunning op basis van vakbekwaamheidseisen voor eenmanszaken
Op 10 april 2003 ontving het College van Beroep voor het bedrijfsleven een beroepschrift van appellant A, die in beroep ging tegen een besluit van verweerder, de Minister van Verkeer en Waterstaat, dat op 27 februari 2003 was genomen. Dit besluit betrof de afwijzing van de aanvraag van appellant voor een vergunning tot het verrichten van taxivervoer op basis van de Wet personenvervoer 2000. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat appellant niet voldeed aan de eis van vakbekwaamheid, omdat de vakbekwame leidinggevende, B, niet permanent en daadwerkelijk leiding zou geven aan de onderneming.
De procedure omvatte een verweerschrift van verweerder op 16 juni 2003 en een zitting op 12 september 2003, waar beide partijen hun standpunten toelichtten. Appellant stelde dat de beleidsregel, die de basis vormde voor de afwijzing, pas na zijn aanvraag bekend was gemaakt en dat hij niet op de hoogte was van de gedragslijn die verweerder hanteerde. Verweerder verdedigde zijn besluit door te stellen dat de vakbekwame leidinggevende niet voldoende betrokken was bij de dagelijkse leiding van de onderneming.
Het College oordeelde dat de wetgeving niet uitsluit dat een procuratiehouder vakbekwaamheid inbrengt, mits deze persoon ook daadwerkelijk en permanent leiding geeft. Het College concludeerde echter dat in dit geval niet was aangetoond dat B deze rol vervulde. De taken van B waren voornamelijk adviserend en controlerend, en de feitelijke leiding lag bij appellant. Het College verklaarde het beroep ongegrond, waarbij het benadrukte dat de vakbekwaamheidseisen strikt moeten worden nageleefd, vooral in een eenmanszaak.
De uitspraak werd gedaan door mr. W.E. Doolaard, met mr. M.H. Vazquez Muñoz als griffier, op 24 oktober 2003. Het College oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling.