ECLI:NL:CBB:2004:AO2134
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- D. Roemers
- Rechtspraak.nl
Schorsing van besluiten tot intrekking van toelating van bestrijdingsmiddelen Superwolmanzout-B en CELFIX OX
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 januari 2004 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeksters, Arch Timber Protection B.V. en Van Swaay Schijndel B.V., hebben zich tot de voorzieningenrechter gewend met het verzoek om de besluiten van 14 september 2001 van verweerder, het College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen, te schorsen. Deze besluiten betroffen de intrekking van de toelating van de bestrijdingsmiddelen Superwolmanzout-B en CELFIX OX, met ingang van 1 maart 2002. De voorzieningenrechter heeft op 22 december 2003 al een voorlopige voorziening getroffen, waarbij de bestrijdingsmiddelen tot en met 14 januari 2004 als niet ingetrokken werden behandeld.
De zaak heeft een lange voorgeschiedenis, waarbij op 26 juni 2003 al een uitspraak is gedaan door het College, waarin het beroep van de verzoeksters gegrond werd verklaard. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is voor de verzoeksters, omdat zij duidelijkheid willen over de toelaatbaarheid van de bestrijdingsmiddelen. De voorzieningenrechter heeft de argumenten van de Stichting Behoud Leefmilieu en Natuur Maas en Waal, die als partij aan het geding deelnam, niet gevolgd. De voorzieningenrechter oordeelde dat de verzoeksters voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat de intrekking van de toelating van de middelen niet op juiste gronden was gebeurd.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en de intrekkingsbesluiten van 14 september 2001 geschorst tot zes weken na de bekendmaking van de nieuwe besluiten van verweerder op het bezwaar van verzoeksters. Tevens is bepaald dat het door verzoeksters betaalde griffierecht door verweerder moet worden vergoed, evenals de proceskosten aan de zijde van verzoeksters, vastgesteld op € 644,--.