ECLI:NL:CBB:2004:AO3863
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Toestemming voor vervanging van akkerland door andere gronden onder de Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen
Op 16 januari 2003 ontving het College van de griffie van de Belastingkamer van het gerechtshof te Arnhem een beroepschrift tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 4 december 2002. Dit besluit weigerde toestemming aan appellant om percelen akkerland te vervangen door andere gronden, zoals toegestaan onder artikel 4, derde lid, van de Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen. Appellant had op 28 februari 2002 om deze toestemming verzocht, maar de minister weigerde dit op basis van de argumentatie dat er geen sprake was van overheidsingrijpen dat de vervangingen rechtvaardigde.
Tijdens de zitting op 12 december 2003 werd het standpunt van appellant toegelicht, waarbij hij stelde dat de ruilverkaveling, die door vier ondernemers was opgezet, wel degelijk onder overheidsingrijpen viel. De ruilverkavelingsovereenkomst was goedgekeurd door de Dienst Landelijk Gebied, wat volgens appellant aantoont dat de overheid een actieve rol had gespeeld. De verweerder daarentegen stelde dat de ruilverkaveling een vrijwillige overeenkomst was en dat de voorwaarden van de Regeling niet waren vervuld.
Het College oordeelde dat de ruilverkavelingsovereenkomst inderdaad een vrijwillige overeenkomst was en dat de overheid geen actieve rol had gespeeld in de verwerving van de betrokken gronden. Hierdoor werd niet voldaan aan de voorwaarden van artikel 4, derde lid, van de Regeling. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en er werden geen proceskosten aan de verweerder opgelegd. De uitspraak werd gedaan door mr. W.E. Doolaard op 23 januari 2004.