ECLI:NL:CBB:2004:AO5969
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.C. Cusell
- C.J. Borman
- H. Bekker
- Rechtspraak.nl
Tuchtprocedure tegen accountant wegens onprofessioneel gedrag en oplegging van maatregel
In deze zaak gaat het om een tuchtprocedure tegen appellant A, accountant, naar aanleiding van een klacht ingediend door MediCas C.V. te Breda. De klacht, die betrekking had op het gedrag van appellant, werd behandeld door de Raad van Tucht voor Registeraccountants en Accountants-Administratieconsulenten te Amsterdam. De Raad van Tucht heeft op 24 maart 2003 een beslissing genomen, waartegen appellant in beroep ging bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. De zitting vond plaats op 8 januari 2004, waarbij appellant in persoon aanwezig was, terwijl klaagster zich niet ter zitting heeft laten vertegenwoordigen.
De Raad van Tucht verklaarde de klacht gegrond en legde appellant de maatregel van schriftelijke berisping op. Appellant heeft in zijn beroepschrift verschillende grieven aangevoerd, waaronder de onduidelijkheid over de hoedanigheid van klaagster en de rechtsgeldigheid van de vertegenwoordiging door haar advocaten. Hij betoogde ook dat de ernst van de aan hem verweten gedragingen niet zodanig was dat een berisping gerechtvaardigd was.
Het College heeft de bestreden beslissing van de Raad van Tucht beoordeeld en geconcludeerd dat de klacht gegrond was, maar dat de opgelegde maatregel van schriftelijke berisping niet proportioneel was. Het College oordeelde dat de gedragingen van appellant, hoewel onprofessioneel, niet van een zodanige ernst waren dat een berisping gerechtvaardigd was. In plaats daarvan legde het College de maatregel van een schriftelijke waarschuwing op. De beslissing van het College is gebaseerd op de Wet op de Registeraccountants en de Gedrags- en Beroepsregels voor Accountants en Administratieconsulenten.