ECLI:NL:CBB:2004:AO6473
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.J. Kuiper
- W.E. Doolaard
- F.W. du Marchie Sarvaas
- Rechtspraak.nl
Toepassing van bestuursdwang op taxivervoer zonder vergunning en de rol van overgangsrecht
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 12 maart 2004 uitspraak gedaan in een geschil tussen de firma Heuveltax en de Minister van Verkeer en Waterstaat. De zaak betreft de toepassing van bestuursdwang op taxivervoer dat werd verricht zonder de vereiste vergunning, en de vraag of het overgangsrecht van toepassing was op de vennoten van de firma. De appellante, Heuveltax, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Minister, waarin werd gesteld dat de vennoten die na 1 januari 2001 waren ingeschreven, niet onder het overgangsrecht vielen. De appellante was van mening dat dit onterecht was en had hoger beroep aangetekend. De politierechter had eerder geoordeeld dat de op 31 december 2000 ingeschreven vennoten gebruik konden maken van het overgangsrecht, maar dat de nieuwere vennoten dat recht niet hadden. De Minister had in een brief aan de appellante bevestigd dat tegen de vennoten van Heuveltax handhavend kon worden opgetreden, wat leidde tot het indienen van een bezwaarschrift door de appellante. Het College oordeelde dat de brief van de Minister niet als een besluit kon worden aangemerkt, omdat de appellante geen rechtstreeks belang had bij de beslissing. Het College concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen termen waren voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een vergunning voor taxivervoer en de beperkingen van het overgangsrecht voor nieuw ingeschreven vennoten.