ECLI:NL:CBB:2004:AO8200
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring aanvraag akkerbouwsteun
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 april 2004 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellante, Maatschap A en A-B, en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Appellante had op 8 juli 2003 een beroepschrift ingediend tegen een besluit van verweerder van 26 mei 2003, waarin de aanvraag voor akkerbouwsteun niet-ontvankelijk was verklaard. Dit besluit was genomen omdat de aanvraag niet tijdig was ingediend volgens de Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen. Appellante stelde dat zij haar aanvraag op 9 mei 2002 had verzonden, maar verweerder ontkende de tijdige ontvangst van de aanvraag en verklaarde deze niet-ontvankelijk.
Tijdens de procedure heeft appellante haar standpunt toegelicht en getuigen gehoord, waaronder mevrouw A.F. Oosterhof, die verklaarde dat er administratieve en communicatieve onvolkomenheden bij LASER waren. Het College heeft de argumenten van appellante overwogen, maar oordeelde dat zij niet had aangetoond dat de aanvraag tijdig was verzonden. Het College benadrukte dat het risico van niet-ontvangen post bij de verzender ligt en dat appellante niet kon bewijzen dat zij de aanvraag op tijd had verzonden.
Het College concludeerde dat de beslissing van verweerder om de aanvraag niet-ontvankelijk te verklaren terecht was, en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van aanvragen en de verantwoordelijkheden van de aanvrager in het bestuursrecht.