ECLI:NL:CBB:2004:AO9592
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- C.M. Wolters
- M.J. Kuiper
- J.A. Hagen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de toepassing van de Telecommunicatiewet door OPTA
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) tegen een uitspraak van de rechtbank te Rotterdam. De rechtbank had op 25 april 2003 de beroepen van KPN Mobile The Netherlands B.V. en Telfort B.V. gegrond verklaard, waarbij het besluit van OPTA van 19 juli 2002 deels werd vernietigd. Dit besluit had betrekking op de toepassing van artikel 6.3 van de Telecommunicatiewet (Tw) en de Mobile Terminating Access (MTA)-tarieven. OPTA was van mening dat er nog steeds belang bestond bij een uitspraak van het College, ondanks dat KPN en Telfort inmiddels overeenstemming hadden bereikt over de tarieven.
De procedure begon op 4 juni 2003 met de indiening van het hoger beroepschrift door OPTA. Gedurende de procedure zijn verschillende partijen betrokken geraakt, waaronder Versatel Nederland B.V., die als partij tot het geding werd toegelaten. De zitting vond plaats op 26 maart 2004, waar de gemachtigden van de betrokken partijen hun standpunten toelichtten.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat het hoger beroep van OPTA niet-ontvankelijk was. Het College stelde vast dat er geen procesbelang meer was voor OPTA, aangezien de geschillen met KPN en Telfort hun betekenis hadden verloren. De uitspraak van het College benadrukte dat de rechtsbescherming onder de Algemene wet bestuursrecht niet bedoeld is voor situaties waarin geen procesbelang meer bestaat. De beslissing werd op 7 mei 2004 openbaar uitgesproken.