ECLI:NL:CBB:2004:AP1307
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Weigering slachtpremie op grond van de Regeling dierlijke EG-premies
Op 19 juni 2003 ontving het College van Beroep voor het bedrijfsleven een beroepschrift van appellante, Maatschap A, tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 9 mei 2003. Dit besluit was een reactie op het bezwaar van appellante tegen een eerder besluit van 13 juni 2002, waarin de aanvraag voor slachtpremie op grond van de Regeling dierlijke EG-premies werd geweigerd. De weigering was gebaseerd op het feit dat de deelnamemelding van appellante pas op 29 november 2001 door verweerder was ontvangen, terwijl de runderen op 27 november 2001 waren geslacht. De Regeling vereist dat de deelnamemelding vóór de slacht moet zijn ingediend om in aanmerking te komen voor de premie.
Tijdens de zitting op 9 april 2004 heeft appellante, vertegenwoordigd door C, haar standpunten toegelicht. Appellante betoogde dat de te late indiening van de deelnamemelding te wijten was aan onbekendheid met de regelgeving en dat het onredelijk was dat zij de gehele premie misliep door een minimale termijnoverschrijding. Appellante stelde ook dat verweerder niet had voorzien in een procentuele kortingsregeling voor termijnoverschrijdingen, wat gebruikelijk is bij andere premieregelingen.
Het College oordeelde dat de Regeling duidelijk is en dat verweerder terecht aan de strikte voorwaarden heeft vastgehouden. De onbekendheid van appellante met de regelgeving doet hieraan niet af. Het College concludeerde dat appellante zich vooraf op de hoogte had moeten stellen van de voorwaarden en regelgeving. De grief van appellante dat de Regeling niet voorziet in een kortingsregeling voor termijnoverschrijdingen werd verworpen, omdat deze niet tegen het bestreden besluit gericht was. Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard, zonder dat er termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling.