ECLI:NL:CBB:2004:AQ6384
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- C.M. Wolters
- W.E. Doolaard
- B. Hessel
- Rechtspraak.nl
Registratie van een onderneming bij het Hoofdbedrijfschap Afbouw en Onderhoud
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 juli 2004 uitspraak gedaan in het geschil tussen Breedveld vouw- en paneelwanden B.V. en het Hoofdbedrijfschap Afbouw en Onderhoud. De zaak betreft de registratie van appellante bij het Hoofdbedrijfschap, die door verweerder was vastgesteld op basis van de werkzaamheden die appellante verrichtte. Appellante had bezwaar gemaakt tegen het besluit van verweerder, waarin werd gesteld dat zij zich bezighield met werkzaamheden die onder de werkingssfeer van het hoofdbedrijfschap vallen. De procedure begon op 3 september 2003, toen appellante een beroepschrift indiende tegen het besluit van 6 augustus 2003, waarin haar bezwaar ongegrond werd verklaard.
Tijdens de zitting op 2 juli 2004 heeft appellante haar standpunt toegelicht, waarbij zij stelde dat haar bedrijfsomschrijving bij de Kamer van Koophandel niet correct was en dat zij geen werkzaamheden verrichtte die onder de registratieplicht vielen. Het College heeft echter vastgesteld dat de werkzaamheden van appellante, zoals het aanbrengen van vouwwanden, wel degelijk onder de werkingssfeer van het hoofdbedrijfschap vallen. De relevante wetgeving, waaronder het Instellingsbesluit en de bijbehorende verordening, werd in de beoordeling betrokken. Het College concludeerde dat appellante verplicht was om zich te registreren, aangezien haar werkzaamheden onder de niet-constructieve afbouw vallen.
Uiteindelijk heeft het College het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarbij het ook oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van correcte registratie en de verantwoordelijkheden van ondernemers binnen de afbouwsector.