ECLI:NL:CBB:2004:AQ7353
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.A. van der Ham
- Rechtspraak.nl
Toekenning van extra pluimveerechten op basis van hardheidsgeval 1 van de Meststoffenwet
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 5 augustus 2004 uitspraak gedaan over de toekenning van extra pluimveerechten aan appellante, een bedrijf dat zich bezighoudt met de pluimveehouderij. Appellante had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin werd gesteld dat zij niet in aanmerking kwam voor een hardheidsgeval zoals geregeld in artikel 58k van de Meststoffenwet (Mw). Dit artikel biedt de mogelijkheid voor bedrijven om onder bepaalde voorwaarden extra pluimveerechten te verkrijgen, mits zij voldoen aan specifieke criteria die zijn vastgelegd in de wet.
Het geschil ontstond naar aanleiding van een milieuvergunning die op 13 februari 1998 was verleend voor de inrichting van appellante. De verweerder stelde dat deze vergunning geen betrekking had op een vergroting van het aantal kippen, wat een vereiste is voor de toekenning van extra rechten. Appellante voerde aan dat zij wel degelijk voldeed aan de voorwaarden voor het hardheidsgeval, maar het College oordeelde dat de verweerder terecht had besloten dat de aanvraag niet kon worden ingewilligd. Het College benadrukte dat de regels in het Uitvoeringsbesluit pluimveerechten, dat op 1 januari 2001 in werking trad, niet in strijd waren met de Meststoffenwet en dat de verweerder op juiste wijze had gehandeld.
De uitspraak van het College bevestigde dat de juridische situatie, zoals vastgelegd in de wet en het uitvoeringsbesluit, leidend is voor de beoordeling van aanvragen om extra pluimveerechten. Het College verklaarde het beroep van appellante ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak heeft implicaties voor andere pluimveehouders die mogelijk in een vergelijkbare situatie verkeren en benadrukt het belang van het voldoen aan de wettelijke vereisten voor het verkrijgen van extra rechten.