ECLI:NL:CBB:2004:AR3148
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- H.C. Cusell
- Rechtspraak.nl
Vergoeding van kosten voor juridische bijstand in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 16 september 2004 uitspraak gedaan over de vergoeding van kosten voor juridische bijstand op basis van artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Appellant, A, had een beroepschrift ingediend tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin zijn verzoek om vergoeding van kosten voor juridische bijstand was afgewezen. De procedure begon op 16 oktober 2003, na een besluit van de verweerder op 2 september 2003, waarin de bezwaren van appellant ongegrond werden verklaard. De zaak werd behandeld in het kader van de Wet van 24 januari 2002, die wijzigingen aanbracht in de Awb met betrekking tot de kosten van bezwaar en administratief beroep.
De kern van het geschil draaide om de vraag of appellant recht had op vergoeding van de kosten die hij had gemaakt in verband met zijn bezwaar. Het College oordeelde dat het verzoek om kostenvergoeding te laat was ingediend, omdat het was ingediend na de beslissing op het bezwaar. Bovendien was het primaire besluit, waartegen het bezwaar was gemaakt, genomen vóór de inwerkingtreding van de nieuwe wetgeving, waardoor het oude recht van toepassing was. Dit oude recht stelde dat kosten in de bezwaarfase in beginsel voor rekening van de belanghebbende komen, tenzij er sprake was van ernstige gebreken in de besluitvorming.
Het College concludeerde dat er geen ernstige gebreken waren in het besluit van 28 juni 2001, dat de basis vormde voor het verzoek om kostenvergoeding. Appellant had zelf bijgedragen aan de onduidelijkheid over zijn status onder de Landbouwregeling, wat de situatie verder complicaties gaf. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard, en het College achtte geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt de strikte voorwaarden waaronder kosten voor juridische bijstand in bestuursrechtelijke procedures kunnen worden vergoed.