ECLI:NL:CBB:2004:AR4477
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar heffing op teelt groenten en fruit
In deze zaak heeft Ribon Quality Culture B.V. beroep ingesteld tegen een besluit van het Productschap Tuinbouw, waarbij het bezwaar van appellante tegen een opgelegde heffing op grond van de Verordening PT heffing teelt groenten en fruit 2002 niet-ontvankelijk werd verklaard. De procedure begon met een brief van appellante op 18 juni 2003, waarin zij bezwaar maakte tegen een nota van 7 april 2003, die een heffing van 1.500 euro plus administratiekosten van 40 euro betrof. Deze nota was gebaseerd op een ambtshalve schatting, omdat appellante geen aangifte had gedaan. Het Productschap Tuinbouw verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk, omdat het zich richtte tegen de hoogte van de heffing en de wijze van aangifte, wat volgens hen niet mogelijk was onder de verordening.
Appellante voerde in beroep dezelfde gronden aan als in het bezwaar. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven moest beoordelen of het Productschap Tuinbouw terecht het bezwaar niet-ontvankelijk had verklaard. Het College kwam tot de conclusie dat het Productschap een onjuiste uitleg had gegeven aan de bezwaren van appellante. Het College oordeelde dat het bezwaar van appellante wel degelijk ontvankelijk was, omdat het zich richtte tegen de opgelegde heffing en niet tegen de verordening zelf.
Het College verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en bepaalde dat het Productschap Tuinbouw opnieuw op het bezwaar moest beslissen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens werd het Productschap gelast om het door appellante betaalde griffierecht van 232 euro te vergoeden. Deze uitspraak benadrukt het belang van een juiste uitleg van bezwaren in bestuursrechtelijke procedures.