3. Het bestreden besluit en de nadere toelichting van OPTA
3.1 Alle modems binnen IND2 en UDS worden geïdentificeerd met een internet-inbelnummer. In feite kiest een eindgebruiker een internet-inbelnummer aan, waardoor een verbinding wordt opgezet tussen het netwerkaansluitpunt van deze eindgebruiker en een van de modems behorende bij het internet-inbelnummer.
IND2 en UDS faciliteren de overdracht en routering van internet-inbelverkeer, afkomstig van klanten van MCI, naar ISP's. KPN gebruikt delen van IND2 en UDS voor spraakbanddatatransmissie zoals bedoeld in de Interconnectierichtlijn. Het betreft de netwerkelementen tussen enerzijds de switches in de RAP's van KPN en anderzijds de modems. Nu IND2 en UDS worden gebruikt voor een telecommunicatiedienst die bestaat uit routering en overdracht van spraakverkeer van en naar netwerkaansluitpunten op vaste locaties, zijn IND2 en UDS vaste openbare telefoonnetwerken, zodat artikel 19.5 Tw van toepassing is op het geschil tussen KPN en MCI.
Het vragen van transitvergoedingen is slechts gerechtvaardigd indien IND2 en/of UDS zijn aan te merken als evident kenbaar afzonderlijke netwerken (hierna: ekan's). Hiertoe is vereist dat IND2 en UDS in technische zin afzonderlijke netwerken zijn en dat dit duidelijk is voor andere aanbieders.
Het is mogelijk dat een aanbieder twee netwerken beheert die ten opzichte van elkaar zijn aan te merken als afzonderlijke netwerken in technische zin. De interconnectie tussen deze netwerken kan met behulp van C7's of vergelijkbare koppelingen gerealiseerd worden. Dergelijke koppelingen kunnen ook tussen elementen binnen een netwerk bestaan.
Als een aanbieder tussen twee delen van zijn infrastructuur interconnectie realiseert, moet worden beoordeeld of sprake is van afzonderlijke netwerken in technische zin. Criteria in dit verband zijn onder meer of de infrastructuur van de netwerken vergelijkbaar is, wat de aard van de netwerken is (bijvoorbeeld vast of mobiel) en of de netwerken functioneren zoals van afzonderlijke netwerken mag worden verwacht.
Binnen de C7-standaard zijn koppelingen mogelijk binnen één netwerk, tussen nationale aanbieders en tussen internationale aanbieders. Voor de koppeling tussen twee netwerken in één land moeten TSPC's gebruikt worden.
Voor het afwikkelen van internet-inbelverkeer heeft KPN een infrastructuur aangelegd, waarbij IND2 en UDS op basis van C7-koppelingen en gebruikmakend van TSPC's zijn gekoppeld met RAP's van KPN.
OPTA vat IND2 en UDS op als onderdeel van het vaste openbare telefoonnetwerk van KPN, zodat van afzonderlijke netwerken in technische zin geen sprake is.
Voorts heeft KPN aan andere aanbieders onvoldoende duidelijk gemaakt dat IND2 en UDS afzonderlijke netwerken zouden zijn.
IND2 en UDS zijn niet aan te merken als ekan's, hetgeen niet verandert indien KPN de voorwaarden voor directe interconnectie met IND2 en UDS bekendmaakt.
Nu IND2 en UDS geen ekan's zijn, mag KPN geen transitvergoedingen in rekening brengen voor het afwikkelen van verkeer met de bestemmingen IND2 en UDS, maar alleen het gereguleerde terminatingtarief.
3.2 Bezien vanuit het perspectief van MCI is uitsluitend relevant dat een spraakverbinding totstandkomt met het geografische nummer dat haar eindgebruiker heeft gekozen. Waarvoor deze verbinding wordt gebruikt (telefoneren, faxen of een internetsessie) is niet van belang en rechtvaardigt geen afwijkende vergoeding (transit plus interconnectie in plaats van alleen interconnectie), louter omdat KPN en de bij haar aangesloten ISP's voor een bepaalde wijze van afhandeling van internet-inbelverkeer hebben gekozen.
De ekan-criteria zijn toepasbaar op netwerken waartussen rechtstreekse communicatie mogelijk is. Dit is niet het geval indien spraak wordt omgezet in data; dan zijn de ekan-criteria slechts toepasbaar op netwerk(element)en tot het punt waar de omzetting plaatsvindt. Het door MCI aangeboden spraaktelefoonverkeer kan slechts eindigen op een vast openbaar telefoonnetwerk. Dit spraakverkeer wordt op de modembanken die deel uitmaken van IND2 dan wel UDS omgezet in dataverkeer. De spraaktelefoniedienst eindigt dus op deze modembanken en tot daar zijn de ekan-criteria toepasbaar.
De delen van IND2 en UDS die worden gebruikt voor afwikkeling van telefoonverkeer vormen onderdeel van het vaste openbare telefoonnetwerk van KPN en zijn niet van dat netwerk te onderscheiden. In dit verband doet niet ter zake of binnen dit netwerk C7's zijn aangebracht en signaleringspuntcodes worden gebruikt die normaal gesproken alleen worden gebruikt voor transitverkeer.
3.3 Of MCI de verschuldigdheid van de transittarieven heeft betwist conform een met KPN afgesproken procedure laat de juistheid van het bestreden besluit onverlet. Artikel 6.3, tweede lid, Tw oud, biedt de mogelijkheid reeds gesloten overeenkomsten aan OPTA voor te leggen ter beoordeling van de verenigbaarheid daarvan met de wet.