ECLI:NL:CBB:2005:AU0984
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.C. Cusell
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig indienen van beroepschrift
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 juli 2005 uitspraak gedaan in de zaak van appellant A AA, vertegenwoordigd door gemachtigde B RA, werkzaam bij B.V. Praktijkvennootschap B. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van de raad van tucht voor Registeraccountants en Accountants-Administratieconsulenten te Amsterdam, die op 19 april 2005 was gedaan. Appellant had op 17 juni 2005 een beroepschrift ingediend, maar dit was niet met redenen omkleed en bovendien was het ingediend na de wettelijke termijn van twee maanden, die op 19 juni 2005 verstreek.
Het College overwoog dat volgens artikel 68 van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten een beroepschrift binnen twee maanden na de verzending van de uitspraak van de raad van tucht moet worden ingediend, en dat dit beroepschrift met redenen omkleed moet zijn. Aangezien appellant niet binnen de gestelde termijn een gemotiveerd beroepschrift had ingediend, was het College van oordeel dat het beroep niet-ontvankelijk moest worden verklaard. De wet biedt geen mogelijkheid om een verzuim in de motivering te herstellen of om een later ingediend beroepschrift als tijdig te beschouwen.
De voorzitter van het College, mr. H.C. Cusell, verklaarde het beroep niet-ontvankelijk. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van griffier mr. S. van Noordt. Deze uitspraak benadrukt het belang van het tijdig en correct indienen van beroepschriften in bestuursrechtelijke procedures, en de strikte naleving van de wettelijke vereisten die aan dergelijke procedures zijn verbonden.