ECLI:NL:CBB:2005:AU2815
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.A. van der Ham
- Rechtspraak.nl
Tegemoetkoming in schade op basis van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren
In deze zaak heeft de Maatschap A, gevestigd te X, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het beroep betreft een besluit van 15 juli 2004, waarin het bezwaar van appellante tegen een eerdere beslissing tot toekenning van een tegemoetkoming in de schade op basis van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwd) deels gegrond, deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond werd verklaard. De procedure begon met een brief van appellante op 25 augustus 2004, waarin zij haar beroep indiende. De Minister heeft in zijn verweerschrift en tijdens de zitting zijn standpunt toegelicht, waarbij hij onder andere stelde dat de schade als gevolg van niet vervoederd voer niet voor vergoeding in aanmerking komt, omdat appellante een dagvergoeding heeft ontvangen.
De kern van het geschil draait om de vraag of de Minister terecht heeft geoordeeld dat de tegemoetkoming voor de gedode kalkoenen gebaseerd moest worden op de leeftijd van de dieren op de screeningsdatum, en niet op de leeftijd op het moment van de ruiming. Het College heeft vastgesteld dat de waarde van de dieren op het moment van de screeningsdatum niet kan worden verhoogd, omdat op dat moment al vaststond dat de dieren geruimd zouden worden. De Minister heeft in een herziene beslissing op 27 april 2004 al een hogere vergoeding per dier toegekend, maar het College heeft geoordeeld dat de Minister niet gehouden was om ook voor de dagen voorafgaand aan de screeningsdatum een vergoeding te betalen.
Het College heeft het beroep van appellante deels gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand gelaten. Het griffierecht van € 273,- wordt vergoed door de Staat der Nederlanden. Voor de overige onderdelen van het beroep heeft het College geoordeeld dat deze ongegrond zijn, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.