ECLI:NL:CBB:2005:AU5013
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- R.P.H. Rozenbrand
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit inzake Regeling dierlijke EG-premies en schadevergoeding
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 19 oktober 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellant A, vertegenwoordigd door mr. ir. J.L. Mieras, en verweerder, de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, vertegenwoordigd door mr. C. van Brug. Het geschil betreft de toepassing van de Regeling dierlijke EG-premies en de afwijzing van een verzoek om schadevergoeding door appellant. Appellant had in 2001 een vermindering van zijn premierechten met 17,2 ondergaan, wat leidde tot een langdurig conflict over het aantal premierechten waarover hij beschikte. Na een eerdere uitspraak van het College in 2003, waarin werd vastgesteld dat appellant weer over 17,2 premierechten beschikte, diende hij in 2005 een aanvraag in voor zoogkoeienpremie. Deze aanvraag werd echter afgewezen, wat leidde tot een bezwaarschrift en een verzoek om schadevergoeding van € 60.000,- voor materiële en immateriële schade. Het College oordeelde dat de door appellant geleden schade niet kon worden aangemerkt als kosten die voor vergoeding in aanmerking komen op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De kosten die appellant had gemaakt in de bezwaarprocedure werden niet als vergoedingsplichtig beschouwd. Het College concludeerde dat er geen oorzakelijk verband was tussen de gestelde schade en de besluiten van verweerder, en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor appellanten om tijdig en adequaat te reageren op beslissingen van de overheid en de beperkingen van schadevergoeding in bestuursrechtelijke procedures.