ECLI:NL:CBB:2005:AU7038
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.A. van der Ham
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit Minister van Landbouw inzake varkensrechten
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 22 november 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellant A, een varkenshouder, en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Appellant had beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van 4 januari 2001, waarin het bezwaar van appellant tegen de hoogte van zijn extra varkensrechten, berekend op basis van het Besluit hardheidsgevallen herstructurering varkenshouderij, niet-ontvankelijk werd verklaard. Na een herziene beslissing op 15 augustus 2002, waarin het bezwaar alsnog ontvankelijk werd verklaard maar ongegrond, heeft appellant zijn standpunt verder toegelicht. De procedure omvatte meerdere correspondenties en een zitting op 5 juni 2003, waarna het College het onderzoek heropende en aanvullende vragen stelde aan de Minister.
De kern van het geschil draait om de toepassing van de Wet herstructurering varkenshouderij en het bijbehorende Besluit hardheidsgevallen. Appellant stelde dat de Minister ten onrechte rekening had gehouden met de mestproductie van runderen bij de berekening van zijn varkensrechten. Het College oordeelde dat de regelgeving geen ruimte biedt voor een individuele beoordeling van de omstandigheden van appellant, en dat de Minister zich aan de strikte regels van het Besluit diende te houden. Het College concludeerde dat appellant recht had op 55 extra varkensrechten, terwijl hij bij een andere berekening 119 rechten had kunnen verkrijgen. De uitspraak benadrukt de strikte toepassing van de wetgeving en de beperkte ruimte voor afwijkingen in individuele gevallen.
Uiteindelijk verklaarde het College het beroep van appellant tegen het besluit van 4 januari 2001 niet-ontvankelijk en het beroep tegen het besluit van 15 augustus 2002 ongegrond. De uitspraak onderstreept de noodzaak voor varkenshouders om zich aan de geldende regelgeving te houden en de gevolgen van eerdere beslissingen in hun bedrijfsvoering.