ECLI:NL:CBB:2006:AV0031
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F. Stuurop
- Rechtspraak.nl
Beperkingen van kennisneming in hoger beroep inzake bedrijfsvertrouwelijke informatie onder de Telecommunicatiewet
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 6 januari 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 23 februari 2005. De Minister van Economische Zaken had hoger beroep ingesteld tegen de rechtbankuitspraak, waarbij de rechtbank bepaalde stukken als vertrouwelijk had aangemerkt. De betrokken partijen in deze procedure zijn Orange Nederland B.V., Telfort B.V., T-Mobile Netherlands B.V. en Vodafone Libertel N.V., die allen als gemachtigden mr. G.-J. Zwenne en mr.drs. L.N. Phoelich hebben ingeschakeld.
De Minister heeft in zijn hoger beroep aangevoerd dat bepaalde stukken bedrijfsvertrouwelijke informatie bevatten en dat openbaarmaking van deze informatie de belangen van de afzenders zou schaden. Het College heeft de mededeling van de Minister dat het College alleen kennis mag nemen van stukken die de rechtbank als vertrouwelijk heeft aangemerkt, in overweging genomen. Het College heeft daarbij de belangen van de partijen en de noodzaak voor een zorgvuldige afhandeling van de zaak tegen elkaar afgewogen.
Het College heeft uiteindelijk besloten dat de beperking van de kennisneming van de in de mededeling genoemde stukken gerechtvaardigd is, met uitzondering van een specifieke bijlage die niet als vertrouwelijk was aangemerkt. Het College heeft de betrokken partijen verzocht om binnen een week schriftelijk aan te geven of zij instemmen met de uitspraak op basis van de stukken waarvan de kennisneming is beperkt. Deze beslissing is van belang voor de transparantie en de rechtsbescherming van de betrokken partijen in het kader van het hoger beroep.