ECLI:NL:CBB:2006:AV2918
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- R.P.H. Rozenbrand
- Rechtspraak.nl
Regeling dierlijke EG-premies en terugvordering van onverschuldigde betalingen
In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder, inzake de Regeling dierlijke EG-premies. Appellant had op 30 augustus 2002 een premieaanvraag ingediend voor het aanhouden van acht zoogkoeien. Verweerder heeft echter op 4 juni 2004 besloten om de eerder toegekende premies te herzien en een bedrag van € 2.155,89 terug te vorderen, omdat vier van de aangevraagde zoogkoeien niet gedurende de vereiste aanhoudperiode op het bedrijf van appellant waren gehouden. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar verweerder heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 1 februari 2006 heeft appellant aangevoerd dat hij de vier afgevoerde runderen had vervangen door andere zoogkoeien en dat hij dit had gemeld via het I&R-systeem. Het College heeft echter geoordeeld dat appellant niet aan zijn meldingsplicht heeft voldaan, aangezien hij geen vervangingskaartjes of een verminderingsverklaring had ingediend. Het College heeft vastgesteld dat de sancties die aan appellant zijn opgelegd, rechtmatig zijn, en dat de terugvordering van de onverschuldigde betalingen terecht is. De beslissing van verweerder om de niet benutte premierechten aan de nationale reserve over te dragen, is eveneens bevestigd. Het beroep van appellant is ongegrond verklaard.