ECLI:NL:CBB:2006:AV3684
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- F. Stuurop
- Rechtspraak.nl
EG-steunverlening akkerbouwgewassen en de beoordeling van kennelijke fouten in subsidieaanvragen
In deze zaak heeft de Maatschap A en B, appellante, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder, inzake de aanvraag voor akkerbouwsteun 2004. Appellante had bij de aanvraag per abuis een aantal percelen maïs als voederareaal opgegeven, terwijl zij akkerbouwsteun had willen aanvragen. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 22 februari 2006 uitspraak gedaan in deze zaak.
De procedure begon met een beroep dat appellante op 8 april 2005 indiende tegen het besluit van verweerder van 3 maart 2005, waarin het bezwaar van appellante tegen de toekenning van akkerbouwsteun werd afgewezen. Verweerder had in zijn besluit aangegeven dat de aanvraag van appellante geen tegenstrijdigheden vertoonde en dat er geen sprake was van een kennelijke fout die wijziging van de aanvraag mogelijk zou maken. Appellante voerde aan dat de fout was ontstaan door onwennigheid met het invullen van de aanvraag op de computer en dat verweerder ten onrechte geen kennelijke fout had erkend.
Het College oordeelde dat de aanvraag oppervlakten zelf objectief niet kon worden vastgesteld als onjuist, en dat appellante zelf verantwoordelijk was voor de inhoud van haar aanvraag. De opgave van voederareaal sloot aan op de antwoorden die appellante had gegeven in haar aanvraag, en het College concludeerde dat er geen reden was om te veronderstellen dat appellante akkerbouwsteun had willen aanvragen voor de opgegeven percelen. Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard, en het College achtte geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij het indienen van subsidieaanvragen en de verantwoordelijkheid van de aanvrager om correcte informatie te verstrekken. Het College bevestigde dat wijzigingen na de uiterste indieningsdatum alleen mogelijk zijn in geval van een kennelijke fout, wat in dit geval niet aan de orde was.