ECLI:NL:CBB:2006:AV9584
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- M.H. Vazquez Muñoz
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing akkerbouwsubsidie op basis van EG-steunverlening
In deze zaak heeft de Maatschap A, gevestigd te X, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat de aanvraag om akkerbouwsubsidie voor het jaar 2003 op grond van de Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen heeft afgewezen. De procedure begon met een brief van appellante op 12 januari 2005, waarin zij beroep aantekende tegen het besluit van 6 december 2004, waarin haar bezwaar tegen de afwijzing van haar subsidieaanvraag ongegrond werd verklaard. De Minister had eerder, op 11 februari 2004, de aanvraag afgewezen omdat het verschil tussen de aangevraagde en de geconstateerde oppervlakte meer dan 30% bedroeg, wat leidde tot een volledige weigering van de steun. Na herziening van het besluit op 14 juni 2005, werd een gedeeltelijke toewijzing van de subsidie voor een perceel geaccepteerd, maar de aanvraag voor een ander perceel werd afgewezen omdat dit perceel op 31 december 1991 als blijvend grasland was aangemerkt.
Tijdens de zitting op 24 februari 2006 heeft appellante haar standpunt toegelicht, waarbij zij aanvoerde dat zij niet op de hoogte was van de mogelijkheid om toestemming te vragen voor de herclassificatie van perceel 12 als akkerland. Het College heeft vastgesteld dat de Regeling vereist dat voorafgaand aan het verkoopseizoen schriftelijke toestemming van LASER moet worden verkregen voor vervangingen. Het College oordeelde dat appellante zich had moeten informeren over deze bepalingen en dat haar verzoek om een andere regeling niet kon worden gehonoreerd. Het beroep werd ongegrond verklaard, en het College heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt de strikte toepassing van de regelgeving omtrent de steunverlening en de verantwoordelijkheden van de aanvrager om op de hoogte te zijn van de geldende regels. Het College heeft de beroepen tegen zowel het oorspronkelijke als het herziende besluit van de Minister afgewezen, waarbij het belang van de juiste toepassing van de Europese regelgeving in het agrarische steunbeleid werd onderstreept.