ECLI:NL:CBB:2006:AW5379
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- F. Stuurop
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit inzake EG-steunverlening voor akkerbouwgewassen
In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit inzake de EG-steunverlening voor akkerbouwgewassen. Het beroep is ingediend op 17 januari 2005 tegen een besluit van 15 december 2004, waarin het bezwaar van appellant tegen een eerder besluit van 1 december 2003 werd behandeld. De Minister had in dat eerdere besluit de aanvraag voor akkerbouwsteun gedeeltelijk afgewezen, omdat appellant niet voldeed aan de verplichting om 10% van de aangevraagde oppervlakte braak te leggen. Na bezwaar werd de steun verhoogd, maar de Minister handhaafde zijn standpunt dat er geen kennelijke fout in de aanvraag was gemaakt.
De procedure omvatte een hoorzitting en de indiening van nadere gronden door appellant. De kern van het geschil draait om de vraag of de ingevulde codes in de aanvraag, met name de combinatie van gewascode en bijdragecode, als een kennelijke fout kunnen worden aangemerkt. Appellant stelde dat de Minister ten onrechte de braakpercelen niet voor subsidie in aanmerking had gebracht, ondanks dat deze aan de voorwaarden voldeden. De Minister verdedigde zijn standpunt door te stellen dat de aanvraag niet onlogisch of onvolledig was en dat de braakpercelen meetelden voor de braakverplichting.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de Minister terecht had geoordeeld dat er geen kennelijke fout was gemaakt. De aanvraag zelf vertoonde geen tegenstrijdigheden en de Minister was niet verplicht om de aanvraag te wijzigen op basis van de beweegredenen van appellant. Het beroep werd ongegrond verklaard, en het College bepaalde dat de Staat het griffierecht aan appellant diende te vergoeden.