ECLI:NL:CBB:2006:AX8818
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit inzake EG-steunverlening akkerbouwgewassen
In deze zaak heeft de Maatschap A en B en C, appellante, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder, inzake de toekenning van akkerbouwsteun. Appellante had op 22 juli 2005 bezwaar gemaakt tegen een besluit van 14 juni 2005, waarin verweerder besliste op de bezwaren van appellante tegen een eerdere beslissing van 24 december 2004. Dit laatste besluit betrof de aanvraag van appellante voor steun in het kader van de Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen. Tijdens de procedure heeft appellante aangevoerd dat een medewerkster van de Dienst Regelingen haar had toegezegd dat de terugtrekking van bepaalde percelen ongedaan zou worden gemaakt, wat verweerder betwistte op basis van een telefoonnotitie.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft vastgesteld dat verweerder appellante ten onrechte niet heeft gehoord voordat hij het bezwaar ongegrond verklaarde. Het College oordeelde dat in geval van onenigheid over de feiten, zoals in deze zaak, een hoorzitting noodzakelijk is. Het beroep van appellante is gegrond verklaard, en het bestreden besluit is vernietigd. Verweerder moet opnieuw beslissen op het bezwaar van appellante, met inachtneming van de overwegingen van het College.
Daarnaast heeft het College geoordeeld dat de registratie van de oppervlakte voederareaal geen rechtshandeling is en dat bezwaren hierover alleen in het kader van aanvragen op grond van de Regeling dierlijke EG-premies aan de orde kunnen komen. Verweerder is veroordeeld in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 644,- en moet het griffierecht van € 276,- vergoeden.