ECLI:NL:CBB:2006:AZ0567
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.M. Wolters
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van een rechtspersoon door de Kamer van Koophandel en Fabrieken
In deze zaak hebben appellanten, de Exploitatie-Maatschappij A B.V. en de erven B, beroep ingesteld tegen een besluit van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Oost-Brabant, dat op 7 april 2006 was genomen. Dit besluit volgde op een eerder besluit van 25 oktober 2005, waarin de ontbinding van de rechtspersoon H. & S. International B.V. werd vastgesteld op basis van artikel 2:19a van het Burgerlijk Wetboek. De appellanten hebben bezwaar gemaakt tegen deze ontbinding, waarna de procedure bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven is gestart. De appellanten hebben hun beroepschrift op 16 juni 2006 voorzien van gronden, en de verweerster heeft op 17 juli 2006 een verweerschrift ingediend.
De kern van het geschil draait om de vraag of de Kamer van Koophandel terecht heeft besloten tot ontbinding van H. & S. International B.V. De verweerster heeft haar besluit gegrond op de omstandigheden zoals genoemd in artikel 2:19a, eerste lid, onder c en d, BW. Het College heeft vastgesteld dat de verweerster niet heeft kunnen aantonen dat aan de voorwaarden voor ontbinding was voldaan. Dit kwam voort uit het feit dat de aanmaningen voor de vennootschapsbelasting pas na de ontbinding waren verstuurd, waardoor niet kon worden vastgesteld dat de vennootschap meer dan een jaar in gebreke was.
Het College heeft geconcludeerd dat de beschikking tot ontbinding in strijd was met de wet, omdat er niet aan de vereisten was voldaan. Het beroep van de appellanten is gegrond verklaard, en het College heeft de beschikking tot ontbinding herroepen. Tevens is bepaald dat de verweerster het door appellanten betaalde griffierecht moet vergoeden en dat de proceskosten aan de zijde van appellanten worden vergoed. De uitspraak is gedaan op 18 augustus 2006 door mr. C.M. Wolters, in aanwezigheid van griffier mr. A. Venekamp.