ECLI:NL:CBB:2006:AZ3702
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.A. van der Ham
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit Minister van Landbouw inzake schadevergoeding op basis van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren
In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat betrekking heeft op de afwijzing van zijn verzoek om schadevergoeding. Dit verzoek was ingediend naar aanleiding van de ruiming van zijn bedrijf in verband met de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwd). De procedure begon met een brief van appellant op 11 januari 2006, waarin hij bezwaar maakte tegen een besluit van 14 december 2005. Dit besluit betrof de afwijzing van zijn verzoek om schadevergoeding voor voer dat in de silo's van zijn bedrijf aanwezig was tijdens de ruiming.
De Minister had eerder al tegemoetkomingen verleend op basis van de Gwd, maar de schade die appellant claimde, werd door de Minister niet erkend. Tijdens de zitting op 12 september 2006 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Appellant stelde dat de schade die hij had geleden niet als ondernemersrisico kon worden aangemerkt, omdat zijn bedrijf buiten de besmettingszone lag en zijn pluimvee niet besmet was.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft in zijn uitspraak op 24 oktober 2006 geoordeeld dat de Minister terecht de schadevergoeding had afgewezen. Het College stelde vast dat de schade die appellant had geleden, voortkwam uit het niet kunnen vervoederen van het voer in de silo's, wat als een normaal bedrijfsrisico werd beschouwd. Het College verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen waren voor een tegemoetkoming in de proceskosten.