ECLI:NL:CBB:2008:BC9987
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- F.W. du Marchie Sarvaas
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van toeslagrechten uit de nationale reserve in het kader van de GLB-inkomenssteun
In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin zijn aanvraag voor toeslagrechten uit de nationale reserve op basis van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 werd afgewezen. Appellant had in november 2002 6.89 hectare grond gekocht en stelde dat deze aankoop recht gaf op toeslagrechten. De Minister had echter vastgesteld dat de investering niet had geleid tot extra rechtstreekse betalingen in de referentieperiode, wat volgens de regelgeving een vereiste is voor toewijzing van de toeslagrechten.
De procedure begon met een beroep van appellant op 22 december 2006 tegen het besluit van 16 november 2006, waarin zijn bezwaar tegen een eerder besluit van 5 september 2006 werd afgewezen. Appellant voerde aan dat hij in de jaren 2003 en 2004 maïs had verbouwd op de aangekochte grond, maar geen premie had aangevraagd omdat de grond niet voldeed aan de definitie van akkerland. Hij betoogde dat de afwijzing van zijn aanvraag in strijd was met de Europese regelgeving, omdat andere landbouwers in vergelijkbare situaties wel toeslagrechten zouden hebben gekregen.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de Minister terecht had vastgesteld dat de investering niet had geleid tot extra rechtstreekse betalingen. Het College concludeerde dat de regelgeving niet in strijd was met de Europese regels en dat er geen sprake was van ongelijke behandeling van landbouwers. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en het College zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.