ECLI:NL:CBB:2008:BD1930
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van toeslagrechten uit de nationale reserve in het kader van de GLB-inkomenssteun
In deze zaak hebben appellanten, A en B, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin hun toeslagrechten op grond van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 zijn vastgesteld. De procedure begon met een aanvraag van appellanten op 23 maart 2006, gevolgd door een bezwaar tegen het besluit van 13 september 2006. De Minister verklaarde het bezwaar ongegrond, omdat de aanvraag voor toeslagrechten uit de nationale reserve niet tijdig was ingediend. Appellanten stelden dat zij in de veronderstelling verkeerden dat hun aanvraag voor toeslagrechten ook de aanvraag voor extra rechten uit de nationale reserve omvatte. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de Minister ten onrechte had vastgesteld dat er geen tijdige aanvraag was gedaan. Het College benadrukte dat de aanvraag tot vaststelling van toeslagrechten ook betrekking kan hebben op de nationale reserve, mits dit tijdig is gemeld. Het bestreden besluit werd vernietigd en de Minister werd opgedragen opnieuw op het bezwaar van appellanten te beslissen, met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd de Minister veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellanten, die op € 644,-- werden vastgesteld.