ECLI:NL:CBB:2008:BD7097
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.A. van der Ham
- E.R. Eggeraat
- H.A.B. van Dorst-Tatomir
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag voor duurzame elektriciteit op basis van Kaderwet EZ-subsidies
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 3 juli 2008 uitspraak gedaan over de afwijzing van een subsidieaanvraag door appellante A B.V. De aanvraag was ingediend op basis van de Subsidieregeling opwekken duurzame elektriciteit in vergistingsinstallaties, maar werd afgewezen omdat de benodigde vergunningen niet tijdig waren aangevraagd. De appellante had op 18 december 2006 een aanvraag ingediend voor subsidie, maar de benodigde bouw- en milieuvergunningen waren pas na de deadline van 18 augustus 2006 aangevraagd. De Minister van Economische Zaken had in zijn besluit van 22 juni 2007 het bezwaar van appellante ongegrond verklaard, wat leidde tot het beroep bij het College.
Tijdens de zitting op 22 april 2008 heeft appellante betoogd dat de start van de BOM+ procedure, die noodzakelijk was voor het verkrijgen van de vergunningen, gelijkgesteld moest worden met het aanvragen van de vergunningen zelf. Het College oordeelde echter dat de start van deze procedure niet voldeed aan de vereisten van de Regeling, die een strikte toepassing vereiste. Het College concludeerde dat de aanvragen voor de vergunningen pas na de deadline waren ingediend, waardoor niet voldaan was aan de voorwaarden voor subsidieverlening.
Het College heeft de argumenten van appellante, waaronder rechtsongelijkheid en de noodzaak tot verlenging van de einddatum van de regeling, verworpen. De conclusie was dat de Minister terecht de subsidieaanvraag had afgewezen en dat het beroep ongegrond werd verklaard. Er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenvergoeding.