ECLI:NL:CBB:2008:BF0853
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- E.R. Eggeraat
- M.A. van der Ham
- M.J. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Subsidieverlening op basis van Kaderwet EZ-subsidies en de Regeling voor duurzame elektriciteit in vergistingsinstallaties
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 31 juli 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen Varkensbedrijf A B.V. en de Minister van Economische Zaken. De zaak betreft een beroep tegen een besluit van de Minister, waarin het bezwaar van appellante tegen de toewijzing van haar aanvraag voor subsidie op grond van de Subsidieregeling opwekken duurzame elektriciteit in vergistingsinstallaties ongegrond werd verklaard. Appellante had op 10 december 2007 een aanvraag ingediend voor subsidie voor de oprichting van een biomassavergistingsinstallatie. De Minister had op 14 juni 2007 de subsidie verleend, maar daarbij een maximum jaarproductie van 7.000 vollasturen vastgesteld. Appellante was het niet eens met deze maximering en stelde dat de door de Minister gestelde beschikbaarheid van de productie-installatie niet realistisch was.
Tijdens de procedure heeft het College vastgesteld dat de Minister bij het bestreden besluit ten onrechte de maximering van 7.000 vollasturen als norm heeft gehanteerd. Het College oordeelde dat de Minister niet voldoende had gemotiveerd waarom deze maximering werd toegepast en dat er technische mogelijkheden waren voor een hogere productie. Het College heeft het beroep van appellante gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de Minister opgedragen om opnieuw op het bezwaar van appellante te beslissen, met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd de Minister veroordeeld in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 322,-- en werd het griffierecht van € 285,-- aan appellante vergoed.