Vooropgesteld moet worden dat ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Wet als hoofdregel geldt dat het verboden is om op zondag een winkel voor het publiek geopend te hebben. De verlening van een ontheffing als in dit geval aan de orde, betreft een uitzondering op die hoofdregel.
Blijkens de Memorie van Toelichting behorende bij de Wet is met het oog op de bijzondere plaats die de zondag in de maatschappij inneemt, bewust een beperking aangebracht op de vrijheid van ondernemers om individueel te bepalen op welke tijden de winkel open is.
De bevoegdheid om vrijstellingen te verlenen van het verbod op zondagsopening is bij de gemeentelijke overheid neergelegd, zodat op lokaal niveau een weging kan worden gemaakt tussen de diverse belangen die bij de uitoefening van die bevoegdheid zijn betrokken (Kamerstukken II 1994 1995, 24 226, nr. 3, p. 16).
De ontheffingsmogelijkheid neergelegd in artikel 4, tweede lid, van de Wet, is blijkens de wetsgeschiedenis in het leven geroepen als instrument voor de gemeentelijke overheid om maatwerk te leveren in individuele situaties, die minder in aanmerking komen om in algemene regels te worden opgenomen (Kamerstukken II 1994 1995, 24 226, nr. 3, p. 18).
Voor het stadsdeel Amsterdan-Noord is deze ontheffingsmogelijkheid nader geregeld in artikel 5 van de Verordening, waarin bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard in het tweede lid zijn gespecificeerd als: feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen en beurzen.
6.3.3 Ofschoon, wat betreft het aanwezig achten van een bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard in de hiervoor weergegeven betekenis, aan het betrokken bestuursorgaan een ruime vrijheid van interpretatie moet worden gelaten – het gaat om het hanteren van een tamelijk vage norm door een gemeentelijk bestuursorgaan, waarbij plaatselijke omstandigheden aan de orde (kunnen) zijn – vindt deze vrijheid haar begrenzing in hetgeen onder de gegeven omstandigheden redelijk is te achten. Indien in redelijkheid kan worden gesproken van een bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard, komt de discretionaire bevoegdheid inzake het verlenen van ontheffing aan de orde. In dat verband moet worden gelet op de belangen van de openbare orde en veiligheid en van het woon- en leefklimaat ter plaatse.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan bij het hanteren van het begrip "bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard" als grond voor het verlenen van ontheffing in verband met een feestelijkheid, als richtsnoer in aanmerking worden genomen, dat een verband moet kunnen worden aangewezen met een gebeurtenis dan wel met het beleven of uiten van opvattingen of gevoelens, waaraan blijkens een breed gedragen mening van de bevolking of een bevolkingsgroep op landelijk dan wel op lokaal niveau, een feestelijke, gedenkwaardige betekenis moet worden gehecht.
De voorzieningenrechter is gelet op het hiervoor geschetste beoordelingskader, alsmede in aanmerking genomen de zich in dit geval voordoende feiten en omstandigheden, van oordeel dat de litigieuze, ter zake van bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard in de vorm van feestelijkheden verleende ontheffing, rechtens niet kan worden aanvaard in verband met de onjuiste uitleg die verweerder in dit verband heeft gegeven aan het begrippenpaar "bijzondere gelegenheid - feestelijkheid". In dit verband zal achtereenvolgens worden ingegaan op de komende koopzondagen waarvoor de onderhavige ontheffing geldt.
6.3.4 Wat de ontheffing voor Allerzielen betreft, moet in aanmerking worden genomen dat in het Vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet is voorzien in een beperkte zondagsopenstelling ten behoeve van deze gedenkdag met het oog op het kopen van bloemen en planten.
Niet valt in te zien om welke reden een supermarkt vanwege deze dag, die vanuit de geloofsbeleving als een gedenkdag geldt, geopend zou dienen te zijn, als de dag valt op een zondag.
Desgevraagd is van de zijde van verweerder en C1000 ter zitting verklaard dat de specialiteiten vleeswarenbeurs (9 november 2008), het sinterklaasfeest (23 november
2008), en de kerstpecialiteitenbeurs (7 december 2008), activiteiten betreffen die alleen van C1000 uitgaan en beperkt zijn tot deze supermarkt. Met betrekking tot het sinterklaasfeest kan nog worden opgemerkt dat, naar verzoeksters onweersproken hebben gesteld, de viering daarvan in de winkelcentra in Amsterdam-Noord plaatsvindt op een zaterdag waarvan de datum in onderling overleg door de gezamenlijke winkeliers wordt bepaald.