ECLI:NL:CBB:2008:BH2602
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- E.R. Eggeraat
- M.A. van der Ham
- M. van Duuren
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen energie-investeringsaftrek voor scheepsmotoren op basis van energiebesparingseisen
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 23 december 2008, zijn appellanten A en B, vertegenwoordigd door hun advocaat, in beroep gegaan tegen de afwijzing van hun aanvragen voor energie-investeringsaftrek (EIA) door de Minister van Economische Zaken. De aanvragen waren gedaan voor een investering in de hermotorisatie van het binnenvaartschip 'Acacia'. De Minister had de aanvragen afgewezen op basis van het feit dat de investering niet voldeed aan de vereiste energiebesparing van ten minste 0,4 Nm³ aardgasequivalent per jaar per geïnvesteerde euro, zoals voorgeschreven in de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Uitvoeringsregeling energie-investeringsaftrek 2001.
De procedure begon met de indiening van de aanvragen op 3 mei 2006, waarna de Minister op 1 mei 2007 de aanvragen afwees. Appellanten maakten bezwaar, maar de Minister handhaafde zijn besluit. Tijdens de zitting op 30 oktober 2008 werd het standpunt van beide partijen toegelicht. De Minister baseerde zijn afwijzing op het feit dat het historisch energieverbruik van de oude motor niet meer objectief kon worden gemeten, en dat de berekening van de energiebesparing moest worden gebaseerd op een schatting van het energieverbruik van de nieuwe motor.
Het College oordeelde dat de Minister op goede gronden had gehandeld door het historisch verbruik van de oude motor te vergelijken met een schatting van het verbruik van de nieuwe motor. Het College volgde de appellanten niet in hun betoog dat de Minister de daadwerkelijke verbruikcijfers van de nieuwe motor had moeten gebruiken, en concludeerde dat de Minister de aanvragen terecht had afgewezen. De beroepen van appellanten werden ongegrond verklaard, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenvergoeding.