ECLI:NL:CBB:2009:BH3304
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van aanvraag om uitbetaling van bedrijfstoeslag op grond van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006
In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat zijn aanvraag om uitbetaling van de bedrijfstoeslag 2006 op grond van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 heeft afgewezen. De procedure begon met een brief van appellant op 24 september 2007, waarin hij bezwaar maakte tegen een eerder besluit van 20 september 2007. Dit eerdere besluit was genomen naar aanleiding van een aanvraag die appellant op 17 mei 2006 had ingediend, maar die door verweerder als een te laat ingediende verzamelaanvraag werd beschouwd.
De kern van het geschil draait om de vraag of appellant zijn toeslagrechten correct heeft aangevraagd. Appellant had op het formulier "Gecombineerde opgave 2006" niet aangegeven dat hij zijn toeslagrechten wilde gebruiken, wat leidde tot de afwijzing van zijn aanvraag. Verweerder stelde dat de aanvraag niet tijdig was ingediend, aangezien deze na de deadline van 31 mei 2006 was ontvangen. Appellant voerde aan dat hij in verwarring was gebracht door de formulering op het aanvraagformulier en dat hij door persoonlijke omstandigheden, zoals de geboorte van een gehandicapte zoon, niet in staat was geweest om de aanvraag correct in te dienen.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat appellant niet had aangetoond dat zijn aanvraag tijdig was ingediend en dat de verwarring over de formulering op het formulier niet voldoende was om de afwijzing van de aanvraag te rechtvaardigen. Het College concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag terecht was en verklaarde het beroep ongegrond. De beslissing van het College werd op 3 februari 2009 openbaar gemaakt, waarbij mr. W.E. Doolaard de uitspraak deed in aanwezigheid van mr. F.W. du Marchie Sarvaas als griffier.