ECLI:NL:CBB:2009:BH4485
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van aanvraag om uitbetaling van toeslagrechten op grond van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006
In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin zijn aanvraag om uitbetaling van toeslagrechten op grond van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 werd afgewezen. De procedure begon met een brief van appellant op 18 oktober 2007, waarin hij bezwaar maakte tegen een eerder besluit van 30 mei 2007, waarin zijn aanvraag was afgewezen. De Minister had geoordeeld dat de aanvraag te laat was ingediend, aangezien de deadline voor het indienen van de verzamelaanvraag op 31 mei 2006 lag. Appellant had op 12 mei 2006 een formulier ingediend, maar had niet aangegeven dat hij zijn toeslagrechten wilde gebruiken. Dit leidde tot de conclusie dat er geen geldige aanvraag was gedaan.
Tijdens de zitting op 28 oktober 2008 werd de zaak besproken. Appellant voerde aan dat hij niet goed was geïnformeerd over de gevolgen van het niet aankruisen van het hokje op het formulier. Hij stelde dat hij door de communicatie met de Minister in de veronderstelling was dat zijn aanvraag correct was ingediend. De Minister betwistte dit en stelde dat het de verantwoordelijkheid van de appellant was om duidelijk aan te geven of hij gebruik wilde maken van zijn toeslagrechten.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat appellant met zijn ingediende Gecombineerde opgave geen aanvraag had gedaan voor de toeslagrechten. De aanvraag die op 27 april 2007 was ontvangen, was te laat en voldeed niet aan de vereisten van de regelgeving. Het College verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. W.E. Doolaard, met mr. F.W. du Marchie Sarvaas als griffier, op 10 februari 2009.