ECLI:NL:CBB:2009:BH4542
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- F.W. du Marchie Sarvaas
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de aanvraag bedrijfstoeslag 2006 op basis van de Regeling GLB-inkomenssteun
In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat zijn aanvraag voor bedrijfstoeslag 2006 op grond van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 heeft afgewezen. De procedure begon met een brief van appellant op 25 september 2007, waarin hij bezwaar maakte tegen het besluit van 28 augustus 2007. Dit besluit volgde op een eerdere afwijzing van zijn aanvraag op 1 februari 2007. Appellant had op 26 juni 2006 een formulier voor de Gecombineerde opgave ingediend, maar had niet aangegeven dat hij zijn toeslagrechten wilde gebruiken. Verweerder stelde dat de aanvraag niet geldig was omdat appellant niet tijdig had aangegeven dat hij gebruik wilde maken van de toeslagrechten, en dat zijn beroep op overmacht vanwege langdurige ziekte niet kon slagen.
Tijdens de zitting op 28 oktober 2008 werd duidelijk dat appellant pas in november 2006 had begrepen dat hij een aanvraag moest indienen voor de uitbetaling van zijn toeslagrechten. Het College oordeelde dat appellant niet had voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op overmacht, omdat hij niet binnen de gestelde termijn had gereageerd. Het College concludeerde dat de aanvraag terecht was afgewezen, omdat deze na de deadline was ingediend en dat appellant niet had aangetoond dat hij door overmacht niet in staat was om tijdig te handelen. De beslissing van de Minister werd dan ook bevestigd, en het beroep van appellant werd ongegrond verklaard.