ECLI:NL:CBB:2009:BH4683
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- F. Stuurop
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing akkerbouwsubsidie op basis van perceelsdefinitie en controleonderzoek
In deze zaak heeft de Maatschap A en B, appellante, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder, inzake de afwijzing van een aanvraag voor akkerbouwsubsidie. De aanvraag was gedaan op basis van de Regeling GLB-inkomenssteun voor een perceel dat door verweerder niet als akkerland werd erkend. De procedure begon met een brief van appellante op 27 november 2007, waarin zij bezwaar maakte tegen een eerder besluit van 19 oktober 2007, dat voortvloeide uit een controleonderzoek op 21 oktober 2005. Verweerder had vastgesteld dat het perceel niet voldeed aan de definitie van akkerland, wat leidde tot de afwijzing van de subsidieaanvraag en een uitsluiting van € 2013,98.
Tijdens de zitting op 28 januari 2009 werd het geschil verder toegelicht. Appellante stelde dat het perceel in de referentiejaren als tijdelijk grasland was opgegeven, maar dat zij de intentie had om het als akkerland te gebruiken. Verweerder daarentegen betoogde dat het perceel gedurende de referentiejaren als grasland was gebruikt en dat appellante niet had aangetoond dat het perceel aan de subsidievoorwaarden voldeed. Het College oordeelde dat de controle van de perceelshistorie door verweerder correct was en dat appellante niet met voldoende bewijs kwam om de afwijzing van de subsidie aan te vechten.
De uitspraak van het College was dat het beroep ongegrond werd verklaard. Het College concludeerde dat verweerder terecht had vastgesteld dat het perceel niet als akkerland kon worden aangemerkt, en dat appellante niet had aangetoond dat er sprake was van een kennelijke fout in de aanvraag. De beslissing van verweerder om de subsidieaanvraag af te wijzen en de uitsluiting op te leggen werd daarmee bevestigd.