ECLI:NL:CBB:2009:BI3573
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- F. Stuurop
- B. Hessel
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag akkerbouwsubsidie op grond van de Regeling GLB-inkomenssteun
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 17 april 2009 uitspraak gedaan in het geschil tussen appellant A, vertegenwoordigd door advocaat mr. O.C. Struif, en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, vertegenwoordigd door mr. F.S. Feenstra. Appellant had beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van 14 juni 2007, waarin het bezwaar van appellant tegen een eerdere afwijzing van zijn aanvraag om akkerbouwsubsidie op grond van de Regeling GLB-inkomenssteun werd afgewezen. De aanvraag was afgewezen omdat niet voldaan was aan de voorwaarden van de Regeling, met name de vereiste overnameverklaring van de verwerker, de Noord-Nederlandse Oliemolen B.V., die niet tijdig was ingediend.
De procedure begon met de indiening van de aanvraag door appellant op 24 juli 2007, gevolgd door een bezwaarprocedure. Tijdens de zitting op 6 maart 2009 was appellant niet aanwezig, maar de Minister was vertegenwoordigd. Het College heeft vastgesteld dat de verwerker niet aan de subsidievoorwaarden voldeed, wat leidde tot de conclusie dat de percelen van appellant als niet geconstateerd moesten worden aangemerkt. Dit resulteerde in een percentage van 30,41% niet-geconstateerde oppervlakte, wat volgens de Europese regelgeving leidde tot de afwijzing van de gehele aanvraag.
Appellant betoogde dat hij de percelen conform de regels had geteeld en dat de afwijzing disproportioneel was, maar het College oordeelde dat appellant verantwoordelijk was voor de handelingen van zijn verwerker. Het College concludeerde dat de Minister terecht de aanvraag had afgewezen, omdat niet aan de voorwaarden was voldaan. De uitspraak eindigde met de verklaring dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een kostenveroordeling.