ECLI:NL:CBB:2009:BJ6611
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- B. Verwayen
- M.M. Smorenburg
- H.C. Cusell
- Rechtspraak.nl
Tuchtprocedure tegen accountant-administratieconsulent wegens onzorgvuldige rapportage
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan op het beroep van A AA, een accountant-administratieconsulent, tegen een beslissing van de Raad van Tucht Amsterdam. De Raad van Tucht had op 6 november 2007 een klacht gegrond verklaard die door C was ingediend tegen appellant, en had hem een schorsing van één maand opgelegd. De klacht betrof de rapportage van appellant die niet voldeed aan de vereisten van zorgvuldigheid en die evidente fouten bevatte. Appellant had in zijn rapportage ten onrechte een verkoopdatum van een boerderij vastgesteld op 4 januari 2004, terwijl deze in werkelijkheid in januari 2003 had plaatsgevonden. Daarnaast werden kosten van advocaat en andere lasten ten onrechte als schadeposten opgenomen, terwijl deze al door de tegenpartij waren voldaan of betrekking hadden op een periode waarin de boerderij nog in gebruik was door D.
Tijdens de zitting op 10 februari 2009 heeft appellant zijn standpunt toegelicht, waarbij hij stelde dat de Raad van Tucht belangrijke feiten had weggelaten en dat de opgelegde maatregel te zwaar was. Het College heeft de klacht beoordeeld aan de hand van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten en de Gedragscode. Het College oordeelde dat de Raad van Tucht ten onrechte had geoordeeld dat de Standaard 4400 als bindende regelgeving moest worden beschouwd. Het College vernietigde de beslissing van de Raad van Tucht en verklaarde de klacht gegrond, maar legde een minder zware maatregel op: een schriftelijke berisping in plaats van schorsing. Het College concludeerde dat appellant tuchtrechtelijk verwijtbaar had gehandeld, maar dat de ernst van de situatie niet zo vergaand was als de Raad van Tucht had geoordeeld.