- Op daartoe bestemde formulieren, door de belastingdienst ontvangen op respectievelijk 17 januari 2006, 17 maart 2006, 18 april 2006, 21 juni 2006, 18 juli 2006, 1 september 2006 en 20 november 2006 heeft Corus verweerder verzocht om een EIA-verklaring onder code 320000 van de Energielijst ten behoeve van het project “OSF2 Schrothalcapaciteit (58.10353)”.
- Op daartoe bestemde formulieren, door de belastingdienst ontvangen op respectievelijk 20 november 2006, 27 april 2007, 30 mei 2007, 25 juni 2007, 12 juli 2007, 16 juli 2007, 20 augustus 2007, 14 september 2007, 8 november 2007, 4 december 2007 en 20 december 2007 heeft Corus verweerder verzocht om een EIA-verklaring onder 320000 van de Energielijst ten behoeve van het project “Extra schrotinzet (500.000 ton) (58.15835)”.
- Op een daartoe bestemd formulier, door de belastingdienst ontvangen op 27 maart 2008, heeft Tulip verweerder verzocht om een EIA-verklaring onder code 320000 van de Energielijst ten behoeve van het project “Extra schrotinzet (500.000 ton) (58.15835)”.
- Blijkens een notitie van Corus die op 12 november 2007 aan verweerder is toegezonden en waarin een toelichting is gegeven op het project “Energiebesparing door extra schrotinzet (500.000 ton)”, beogen appellanten met de hiervoor genoemde projecten de ombouw van een zogenaamde spoelstand (Spoelstand 22) tot een zogenaamde panoven (Panoven 22), waardoor het in het staalproductieproces van hun installatie mogelijk wordt de grondstoffenreceptuur – bestaande uit de grondstoffen ruw ijzer en schrot – te wijzigen in die zin dat relatief minder ruw ijzer nodig is, hetgeen energie zou besparen.
- Op alle vorengenoemde aanvragen heeft verweerder afzonderlijk beslist bij negentien besluiten van 5 maart 2008, 14 maart 2008, 25 maart 2008 en 25 april 2008, waarin – in gelijkluidende bewoordingen – de aanvragen om een EIA-verklaring zijn afgewezen. Volgens verweerder vallen de investeringen van appellanten niet onder code 320000 van de Energielijst. Daartoe overweegt hij dat bij bestaande processen zowel de uitgaande producten van het proces als ook de ingaande grondstoffen in de oude en nieuwe situatie gelijk(waardig) dienen te zijn. In de nieuwe situatie treedt echter een essentiële wijziging op aan de kant van de ingaande grondstoffen door de toevoer van ruim 50% extra schrot (17,8 % in plaats van 11,7%) aan het staalproductieproces. Het realiseren van energiebesparing door het wijzigen van de grondstofreceptuur staat niet genoemd onder code 320000, aldus verweerder. Verder overweegt verweerder dat door de ombouw van de spoelstand naar de panoven appellanten investeren in extra schrotsmeltcapaciteit en dat hiermee code 420000 van toepassing is. Op grond van de referentie in deze code, waarbij een vergelijking is gemaakt met het smelten van alleen schrot in een panoven, concludeert verweerder dat de energie-investeringen te weinig energiebesparing opleveren.
- Tegen de achttien op Corus betrekking hebbende besluiten van 5 maart 2008, 14 maart 2008 en 25 maart 2008 heeft Corus bij brief van 15 april 2008 afzonderlijk bezwaar gemaakt. Tegen het op Tulip betrekking hebbende besluit van 25 april 2008 heeft Tulip bij brief van 4 juni 2008 bezwaar gemaakt.
- De gronden van bezwaar hebben Corus bij brief van 10 juni 2008, respectievelijk Tulip bij brief van 12 juni 2008, ingediend. Beide hebben aangevoerd, kort gezegd, dat de energie-investeringen zien op de vervanging van een bestaand proces en niet zien op een uitbreiding van (schrotsmelt)capaciteit. In de nieuwe situatie dient bij de productie van 3.000.000 ton staal minder ruw ijzer te worden toegevoegd. Daarmee valt de energiebesparing binnen code 320000 van de Energielijst, aldus appellanten.
- Op 14 augustus 2008 heeft verweerder appellanten op een hoorzitting gehoord.
- Bij brief van 22 augustus 2008 heeft verweerder appellanten bericht voornemens te zijn de bezwaren ongegrond te verklaren.
- Hierop hebben appellanten bij brief van 22 september 2008 een zienswijze ingediend.
- Vervolgens heeft verweerder de bestreden besluiten genomen.