ECLI:NL:CBB:2009:BK1723
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- C.M. Wolters
- Rechtspraak.nl
Weigering slachtpremie voor runderen op basis van identificatie- en registratieregels in het kader van de GLB-inkomenssteun
In deze zaak heeft de Maatschap A, gevestigd te B, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarbij de slachtpremie voor dertien runderen werd geweigerd. De appellante had op 8 juni 2009 beroep aangetekend tegen het besluit van 27 april 2009, waarin het bezwaar tegen de weigering van de slachtpremie werd afgewezen. De procedure omvatte verschillende correspondenties, waaronder een nadere motivatie van appellante op 9 juni 2009 en een verweerschrift van de verweerder op 12 augustus 2009. De zitting vond plaats op 8 oktober 2009, waarbij appellante niet aanwezig was, maar de verweerder vertegenwoordigd was door zijn gemachtigden.
De kern van het geschil betreft de identificatie en registratie van de runderen, die volgens de Europese regelgeving (Verordening (EG) nr. 1760/2000) vereist zijn voor het verkrijgen van de slachtpremie. De appellante stelde dat haar runderen, die na 31 december 1997 zijn geboren, niet van oormerken waren voorzien, wat in strijd is met de vereisten voor de slachtpremie. Appellante voerde aan dat zij gebruik maakte van een alternatief registratiesysteem dat diervriendelijker zou zijn en dat de weigering van de slachtpremie onterecht was.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de runderen niet voldeden aan de identificatie-eisen zoals gesteld in de Europese regelgeving. Het College concludeerde dat de weigering van de slachtpremie terecht was, omdat de runderen niet waren geïdentificeerd en geregistreerd volgens de vereisten. De argumenten van appellante, waaronder morele overwegingen en de erkenning als gewetensbezwaarde, werden niet gevolgd. Het College verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling.