3. Het standpunt van verzoekers
Verzoekers verzoeken de voorzieningenrechter het besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom te schorsen. Zij stellen daar een spoedeisend belang bij te hebben, omdat de termijn waarbinnen de last dient te zijn uitgevoerd op 30 april 2009 eindigt, terwijl het besluit waarbij die last is opgelegd naar hun mening niet in rechte stand kan houden.
Verzoekers stellen in de eerste plaats dat het bestreden besluit een deugdelijke motivering ontbeert. Niet duidelijk is waar de conclusie op is gebaseerd dat niet is voldaan aan de in de beleidsbrief van 20 februari 2007 neergelegde voorwaarden, althans dat het opleggen van een last onder dwangsom gerechtvaardigd zou zijn.
Verder zijn verzoekers van mening dat, voorzover verweerder aan het bestreden besluit ten grondslag heeft gelegd dat in het E Hotel te Z geen sprake is van een “omvangrijke en herhaaldelijke legionellabesmetting”, verweerder hun dit vereiste niet kan tegenwerpen, omdat een dergelijk criterium niet in de beleidsbrief van 20 februari 2007 wordt gesteld.
Verzoekers menen dat voor het opleggen van een last onder dwangsom geen grond bestaat, omdat van overtreding van de voorwaarden uit meergenoemde beleidsbrief van 20 februari 2007 geen sprake is.
Verzoekers hebben verschillende malen bij VROM-Inspectie aangegeven dat in het E Hotel te Z een legionellabesmetting dreigt. Hoewel ten tijde van de brief van 13 december 2007, waarin verzoekers hun wens tot implementatie van een chemisch beheersysteem op basis van koper-zilverionisatie aankaartten, nog geen besmetting was geconstateerd, was op grond van meetgegevens duidelijk dat deze locatie een zeer hoog risico liep. Om het hygiëneprofiel van de drinkwaterinstallatie op orde te krijgen, heeft begin 2007 technische sanering van twee watertanks en een oude hydrofoorinstallatie en chemische reiniging van de installatie plaatsgevonden. Uit algemeen bacteriologisch onderzoek bleek echter dat ondanks deze maatregelen er na enkele weken weer sprake was van onhygiënisch drinkwater: op een significant aantal punten werden verhoogde legionellawaarden gemeten.
Ook hebben verzoekers bij VROM-Inspectie benadrukt dat de betreffende locatie een monumentaal pand uit 1700 betreft. De drinkwaterinstallatie is 15 jaar geleden aangelegd, maar is voor een groot gedeelte ingestort en uitgefreesd. Het exacte verloop van de installatie is onbekend. Tevens hebben verzoekers benadrukt dat het hotel hoofdzakelijk oudere gasten herbergt - boven de 65 jaar - een groep die zeer vatbaar is voor de veteranenziekte als gevolg van legionellabesmetting.
Verzoekers stellen dat zij zich, ondanks het feit dat VROM-Inspectie in weerwil van bovenstaande feiten en omstandigheden niet met de toepassing van koper-zilverionisatie in het E Hotel te Z heeft willen instemmen, genoodzaakt zagen in juli 2008
koper-zilverionisatieapparatuur te plaatsen, nadat op 2 april 2008 - naast andere flora - legionella in de drinkwaterinstallatie van het E Hotel was geconstateerd. Na de plaatsing van deze apparatuur is op 30 december 2008 opnieuw legionellabesmetting geconstateerd. Volgens verzoekers benadrukt deze besmetting de risicovolle situatie ter plaatse en onderstreept dit het gevaar dat ontstaat indien de koper-zilverionisatieapparatuur zou worden verwijderd.
Verzoekers stellen te allen tijde in overeenstemming met de voorkeursvolgorde voor beheerstechnieken, de zogeheten “Ladder van VROM”, te hebben gehandeld. Technisch beheer en fysische technieken (micro- en ultrafiltratie, UV-licht en pasteurisatie) bleken echter redelijkerwijs - technisch en financieel gezien - niet mogelijk. In het kader van het technische beheersregime zijn volgens verzoekers alle redelijkerwijs denkbare acties uitgevoerd om tot aanvaardbaar hygiënebeeld van de drinkwaterinstallatie te komen:
- de installatie is kritisch beoordeeld, waarop installatietechnische maatregelen in gang zijn gezet, waaronder de verwijdering van gevelkranen en andere niet gebruikte tappunten;
- vlak achter de watermeter zijn opslagvaten verwijderd om de doorstroming te vergroten;
- daarmee samenhangend is een zwaardere watermeter besteld;
- al het overtollige leidingwerk is uit de kelder verwijderd;
- dode stukken zijn uit de installatie verwijderd ten behoeve van een beter doorstroombare
en beter reinigbare installatie;
- na deze technische sanering is een intensieve reiniging van het drinkwatersysteem
uitgevoerd in twee stappen: (a) koud water en desinfectant, (b) heet water. Vervolgens is
het hotel een dag dicht geweest zodat de acties met grote intensiteit konden worden
uitgevoerd.
Deze maatregelen hebben volgens verzoekers echter niet geleid tot een verbetering van de hygiëne, zoals blijkt uit de analyseresultaten van de legionellaonderzoeken en algemene kiemgetallen. Het toepassen van een fysisch beheerssysteem is vervolgens overwogen, maar niet als zinvol beoordeeld, omdat in één of meerdere van de onzichtbare trajecten van de drinkwaterinstallatie dode stukken zitten die een effectief fysisch beheer bij voorbaat uitsluiten:
- grote delen van de koudwaterleiding in de lagere bouwdelen zitten onder plavuizen of zijn ingegoten in de fundering en dus niet voor inspectie zichtbaar;
- veel koudwaterstijgleidingen naar de kamers zijn evenmin voor inspectie zichtbaar. Het aanbrengen van een koudwatercirculatiesysteem is overwogen, maar kan slechts doorgang vinden bij grootschalige kamerrenovatie waarbij tevens alle natte groepen worden meegenomen in de verbouwplannen.
Verzoekers zijn dan ook van mening dat, aangezien aan de in de beleidsbrief van 20 februari 2007 gestelde voorwaarden is voldaan, althans aan de eisen die in het bestreden besluit zijn gesteld, verweerder in redelijkheid niet tot het opleggen van een last onder dwangsom heeft kunnen overgaan.
Verder stellen verzoekers dat verweerder hun zwaarwegende belangen niet of onvoldoende heeft gewogen, althans van deze belangenafweging blijkt niet uit het bestreden besluit. Bij het handelen van verzoekers met betrekking tot de drinkwaterinstallatie in het E Hotel te Z staat de veiligheid en gezondheid van haar gasten voorop. Het weghalen van de koper-zilverionisatieapparatuur, zoals verweerder verlangt, zal volgens verzoekers leiden tot een direct besmettingsgevaar voor haar gasten, aangezien het toepassen van thermische of fysische maatregelen onvoldoende effectief is gebleken. Verzoekers willen en kunnen dit risico niet voor hun rekening nemen en zullen daarom alleen tot verwijdering overgaan indien de rechter dit bepaalt.
Verzoekers wijzen erop dat uit het bestreden besluit niet blijkt welk belang het bevoegde gezag heeft bij handhaving, althans bij de weigering de last onder dwangsom vrijwillig op te schorten. Volgens verzoekers kan dit belang niet zijn gelegen in de gezondheidseffecten van koper-zilverionisatie, omdat niet is aangetoond dat koper-zilverionisatie effecten heeft op de gezondheid, hetgeen ook wordt bevestigd in de brief van 20 februari 2007.
Ten slotte stellen verzoekers dat er geen reden is om aan te nemen dat het inmiddels door TWMS bij het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (hierna: Ctgb) ingediende verzoek om toelating van een biocide zal worden geweigerd. Naar de mening van verzoekers betekent dit dat concreet zicht bestaat op legalisatie, zodat handhaving van de last onder dwangsom ook om die reden niet gerechtvaardigd is.