ECLI:NL:CBB:2010:BM4362
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- C.M. Wolters
- R.F.B. van Zutphen
- H.C. Cusell
- Rechtspraak.nl
Weigering vergunning voor kansspelautomaten in hoogdrempelige inrichting
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 28 april 2010 uitspraak gedaan in het beroep van appellanten A, B en C tegen de burgemeester van Den Helder. De appellanten hadden een vergunning aangevraagd voor het aanwezig hebben van twee kansspelautomaten in hun horeca-inrichting, maar deze aanvraag was door de burgemeester geweigerd. De weigering was gebaseerd op de kwalificatie van de inrichting als hoogdrempelig, wat volgens de Wet op de kansspelen specifieke voorwaarden met zich meebrengt. De appellanten voerden aan dat de burgemeester in strijd met het vertrouwensbeginsel had gehandeld, omdat eerder een vergunning was verleend voor het jaar 2007. Het College oordeelde echter dat de burgemeester terecht had geweigerd, omdat de inrichting niet voldeed aan de criteria voor een hoogdrempelige inrichting. De bowlingbaan in de inrichting werd als een zelfstandige activiteit beschouwd, wat in strijd was met de vereisten voor een hoogdrempelige inrichting. Het College concludeerde dat de bar niet als een voldoende afgescheiden horecalokaliteit kon worden aangemerkt, aangezien er een open verbinding was met de bowlingbaan. De appellanten werden in het ongelijk gesteld, en het beroep werd ongegrond verklaard.