ECLI:NL:CBB:2010:BM8581
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing bedrijfstoeslag 2007 op basis van ontbreken toeslagrechten
In deze zaak heeft appellante, A, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (verweerder) op haar bezwaar tegen de vaststelling van haar bedrijfstoeslag voor het jaar 2007. De procedure begon met een bezwaar van appellante op 17 april 2008 tegen een besluit van 27 maart 2008, waarin haar bedrijfstoeslag op € 0,00 was vastgesteld. De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft het beroep doorgezonden naar de rechtbank Leeuwarden, waar verweerder na een hoorzitting op 26 augustus 2008 alsnog op het bezwaar heeft beslist. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven ontving de zaak op 20 november 2008.
De kern van het geschil draait om de vraag of appellante recht heeft op bedrijfstoeslag, gezien het feit dat zij op de peildatum van 15 mei 2007 niet beschikte over de benodigde toeslagrechten. Verweerder heeft in zijn besluit van 26 augustus 2008 overwogen dat appellante nooit een aanvraag voor toeslagrechten heeft ingediend en dat zij niet heeft aangetoond dat zij op de peildatum over deze rechten beschikte. Appellante heeft betoogd dat zij in 2006 wel degelijk toeslagrechten heeft aangevraagd, maar kon dit niet bewijzen. Zij stelde dat het redelijkheidsbeginsel met zich meebrengt dat zij, na twee jaar zonder bedrijfstoeslag, vanaf 2008 recht zou moeten hebben op uitbetaling.
Het College heeft geoordeeld dat appellante niet heeft aangetoond dat zij op de peildatum over toeslagrechten beschikte en dat verweerder op goede gronden de bedrijfstoeslag op € 0,00 heeft vastgesteld. Het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit is niet-ontvankelijk verklaard, en het beroep tegen het besluit van 26 augustus 2008 is ongegrond verklaard. Het College heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.