ECLI:NL:CBB:2010:BM8582
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit inzake bedrijfstoeslag en kennelijke fout in Gecombineerde opgave
In deze zaak hebben appellanten, Erven A en B, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat hen betreft in het kader van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006. Het beroep is ingediend op 9 september 2009, naar aanleiding van een besluit van 28 juli 2009, waarin het bezwaar van appellanten tegen een eerdere beslissing van 29 april 2009 werd afgewezen. De Minister had de bedrijfstoeslag voor het jaar 2008 herzien, waarbij appellanten stelden dat er sprake was van een kennelijke fout in hun Gecombineerde opgave, omdat perceel 15 niet was opgegeven voor uitbetaling van de bedrijfstoeslag.
De procedure omvatte verschillende besluiten van de Minister, waaronder een herziening op 16 oktober 2009, waarin het bezwaar van appellanten als kennelijk ongegrond werd verklaard. Tijdens de zitting op 16 april 2010 waren appellanten niet aanwezig, maar de Minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De kern van het geschil draait om de vraag of de Minister appellanten de mogelijkheid had moeten bieden om hun aanvraag te corrigeren, gezien de door hen aangevoerde kennelijke fout.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft uiteindelijk geoordeeld dat het beroep tegen het besluit van 28 juli 2009 niet-ontvankelijk is, en het beroep tegen het besluit van 16 oktober 2009 ongegrond. Het College concludeert dat de Minister terecht heeft gehandeld door het bezwaar ongegrond te verklaren, omdat de heroverweging in bezwaar niet verder kan gaan dan hetgeen in het primaire besluit is beslist. De beslissing van het College werd uitgesproken op 28 mei 2010.